ECLI:NL:RBNHO:2023:1874

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
9759182 \ CV EXPL 22-1740
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herstelvonnis ex artikel 31 en 32 Rv in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot herstel van een eerder vonnis van 4 januari 2023. De eisende partij, Easys Horeca B.V., heeft verzocht om verbetering en aanvulling van het vonnis, omdat zij van mening was dat de kantonrechter in het eerdere vonnis niet voldoende had gereageerd op de verweren van de gedaagde partij. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. B. Wessel, heeft het verzoek tot herstel afgewezen en betoogd dat er geen sprake was van een kennelijke misslag of een onjuiste feitelijke grondslag die herstel rechtvaardigt.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verzoek van de gedaagde partij onvoldoende specifiek was geformuleerd. Er werd niet duidelijk aangegeven welke delen van het vonnis verbeterd of aangevuld dienden te worden. Hierdoor was het verzoek niet toewijsbaar. Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat het verzoek om verbetering op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet van toepassing was, omdat het verzoek in feite een inhoudelijke correctie van het vonnis inhield, wat niet onder artikel 31 Rv valt. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat inhoudelijke bezwaren tegen een vonnis in hoger beroep aan de orde kunnen worden gesteld.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot verbetering en aanvulling van het vonnis afgewezen, met de conclusie dat er geen verzuim was in de beslissing over de vorderingen van de partijen. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Vonnis van 15 februari 2023
inzake het verzoek om een herstelvonnis ex artikel 31 en 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 9759182 \ CV EXPL 22-1740
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EASYS HORECA B.V.handelend onder de naam
Eazis Horeca en Eazis Music & Systems
te Almelo
eisende partij in conventie
gedaagde partij in reconventie
hierna te noemen: Easys
gemachtigde: Groothuis Ligtermoet & Nijhuis gerechtsdeurwaarders & incasso
tegen
[gedaagde]
handelend onder de naam
[bedrijf]
te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. B. Wessel

1.Het verzoek tot verbetering/aanvulling

1.1
Bij brief van 13 januari 2023 heeft [gedaagde] verzocht om verbetering/aanvulling van het op
4 januari 2023 tussen partijen gewezen vonnis (hierna: het vonnis). [gedaagde] voert daartoe – samengevat – aan dat de kantonrechter in het vonnis ten onrechte geen overweging heeft gewijd aan diverse verweren van [gedaagde] . Volgens [gedaagde] maakt dat het vonnis onbegrijpelijk, althans onvoldoende gemotiveerd en heeft de kantonrechter de grenzen van de rechtsstrijd overschreden; er is sprake van een kennelijke misslag en het vonnis berust op een onjuiste feitelijke grondslag, hetgeen zich volgens [gedaagde] leent voor eenvoudig herstel. [gedaagde] vindt het verder onbegrijpelijk dat de kantonrechter voorbij is gegaan aan het getuigenbewijsaanbod van [gedaagde] , hetgeen volgens hem nadere motivering en aanpassing/herstel behoeft.
1.2.
Bij brief van 6 februari 2023 heeft Easys op dit verzoek gereageerd, concluderend tot
afwijzing daarvan. Volgens Easys heeft de kantonrechter niet verzuimd om te beslissen over een (essentieel) onderdeel van het gevorderde en is ook geen sprake van een kennelijke verschrijving in het vonnis die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter stelt voorop dat het verzoek van [gedaagde] tot verbetering/aanvulling van het vonnis onvoldoende bepaalbaar is geformuleerd. Uit het verzoek blijkt niet welk deel of welke delen uit het vonnis volgens [gedaagde] verbeterd of aangevuld zouden moeten worden. Hij verzoekt de kantonrechter immers, in feite in zijn algemeenheid, om het vonnis ‘
aan te vullen en te verbeteren en juridisch of feitelijk onjuiste eindbeslissingen betreffende buitengerechtelijke kosten en proceskostenveroordeling in conventie te verbeteren.’ Daarmee ligt het verzoek reeds voor afwijzing gereed. Ten overvloede wordt het volgende overwogen.
Het verzoek om verbetering ex artikel 31 Rv
2.2.
Op grond van artikel 31 lid 1 Rv kan de rechter, op verzoek van een partij of ambtshalve, een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout in een vonnis, die zich voor eenvoudig herstel leent, verbeteren. Volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 31 Rv is van een dergelijke fout sprake bij zeer duidelijke verschrijvingen of (reken)fouten, waarbij voor partijen en derden direct duidelijk is dat sprake is van een vergissing, en die zich voor eenvoudig herstel lenen (vgl. Hoge Raad 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:580). Hiervan is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval geen sprake. Daartoe wordt als volgt overwogen.
2.3.
Het verzoek om verbetering vindt zijn grondslag in het, volgens [gedaagde] , door de kantonrechter ten onrechte niet meewegen van bepaalde verweren en het voorbij gaan aan het bewijsaanbod. Een zodanig verzoek valt buiten het toepassingsbereik van artikel 31 Rv. [gedaagde] verzoekt in feite om een inhoudelijke correctie van het vonnis. Daarvoor is artikel 31 Rv niet bedoeld. Inhoudelijke bezwaren tegen een vonnis kunnen in hoger beroep aan de orde worden gesteld. Dat het relatief gering financieel belang van deze zaak voor [gedaagde] een drempel voor het instellen van hoger beroep opwerpt, zoals hij stelt, doet daaraan niet af.
2.4.
De conclusie is dat het verzoek van [gedaagde] om verbetering van het vonnis zal worden afgewezen.
Het verzoek om aanvulling ex artikel 32 Rv
2.5.
Op grond van artikel 32 lid 1 Rv kan de rechter een vonnis op verzoek van een partij aanvullen als is verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde. Deze situatie is hier niet aan de orde. Op alle ingestelde vorderingen van partijen is beslist. [gedaagde] stelt ook niet, althans onvoldoende, dat is verzuimd te beslissen over enig onderdeel van de vorderingen. Artikel 32 Rv is niet bedoeld voor het verbeteren van een onjuistheid in het vonnis.
2.6.
De conclusie is dat het verzoek van [gedaagde] om aanvulling van het vonnis zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek tot verbetering/aanvulling van het tussen partijen gewezen vonnis van 4 januari 2023 af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter