In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot herstel van een eerder vonnis van 4 januari 2023. De eisende partij, Easys Horeca B.V., heeft verzocht om verbetering en aanvulling van het vonnis, omdat zij van mening was dat de kantonrechter in het eerdere vonnis niet voldoende had gereageerd op de verweren van de gedaagde partij. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. B. Wessel, heeft het verzoek tot herstel afgewezen en betoogd dat er geen sprake was van een kennelijke misslag of een onjuiste feitelijke grondslag die herstel rechtvaardigt.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verzoek van de gedaagde partij onvoldoende specifiek was geformuleerd. Er werd niet duidelijk aangegeven welke delen van het vonnis verbeterd of aangevuld dienden te worden. Hierdoor was het verzoek niet toewijsbaar. Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat het verzoek om verbetering op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet van toepassing was, omdat het verzoek in feite een inhoudelijke correctie van het vonnis inhield, wat niet onder artikel 31 Rv valt. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat inhoudelijke bezwaren tegen een vonnis in hoger beroep aan de orde kunnen worden gesteld.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot verbetering en aanvulling van het vonnis afgewezen, met de conclusie dat er geen verzuim was in de beslissing over de vorderingen van de partijen. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.