ECLI:NL:RBNHO:2023:1904

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
9861370
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen na verbouwing en installatie dakkapellen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Aannemersbedrijf [eiser] B.V. en [gedaagden]. De eiser, een aannemersbedrijf, vorderde betaling van openstaande facturen die verband hielden met de verbouwing van de zolder en de installatie van dakkapellen bij de gedaagden. De eiser had twee offertes uitgebracht, maar de gedaagden hadden slechts gedeeltelijk betaald en de resterende bedragen niet voldaan. De eiser heeft de gedaagden meerdere keren aangemaand tot betaling, maar zonder resultaat. Tijdens de werkzaamheden ontstond er een geschil over de uitvoering van de werkzaamheden, wat leidde tot opschorting van het werk door de eiser.

De kantonrechter heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht. De eiser vorderde uiteindelijk een bedrag van € 21.182,45, maar de gedaagden betwistten de vordering en stelden dat er geen sprake was van een opeisbare vordering omdat het werk niet volledig was opgeleverd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad werkzaamheden niet volledig waren uitgevoerd en heeft de vordering van de eiser verminderd. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagden veroordeeld tot betaling van € 16.335,60, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagden, omdat zij ongelijk kregen in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9861370 \ CV EXPL 22-2700
Uitspraakdatum: 8 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Aannemersbedrijf [eiser] B.V.
gevestigd te [woonplaats 1]
eiseres
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: Van der Vleuten & Van Hooff
tegen

1.[gedaagden] ;2. [gedaagden]

beiden wonende te [woonplaats 2]
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: [gedaagden] .
gemachtigde: mr. D. Schut-Wolfs (DAS)

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 3 mei 2022 een vordering tegen [gedaagden] . ingesteld. [gedaagden] . hebben schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 8 februari 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een aannemersbedrijf. [eiser] heeft op verzoek van [gedaagden] . twee offertes gestuurd:
- offerte 1: van 5 augustus 2019 voor de installatie en levering van twee dakkapellen voor de woning van [gedaagden] . voor een totaal bedrag van € 18.800,00;
- offerte 2 van 2 april 2020 ten behoeve van de verbouwing van de zolder van [gedaagden] . voor een totaal bedrag van eveneens € 18.800,00.
2.2.
[eiser] is begonnen met de werkzaamheden en heeft [gedaagden] . voor offerte 1 twee facturen gestuurd:
- factuur I d.d. 22 augustus 2019 van € 7.250,00;
- factuur II d.d. 10 januari 2021 van € 11.500,00.
. hebben factuur I volledig voldaan en van factuur II een bedrag van
€ 3.300,00 voldaan.
2.3.
Per brief d.d. 10 maart 2021 heeft [eiser] [gedaagden] . aangemaand tot betaling van de rest van factuur II. [gedaagden] . hebben dit niet betaald.
2.4.
Tijdens de werkzaamheden aan de zolder is tussen partijen discussie ontstaan over de (uitvoering van de) werkzaamheden, waarna [eiser] haar werkzaamheden heeft opgeschort.
2.5.
[eiser] heeft [gedaagden] . voor de werkzaamheden en geleverde materialen voor offerte 2 drie facturen gestuurd:
- factuur III d.d. 26 februari 2021 van € 534,60;
- factuur IV d.d. 26 februari 2021 van € 750,00;
- factuur V d.d. 15 maart 2021 van € 6.068,15.
. hebben deze facturen niet voldaan.
2.6.
Tussen (de gemachtigden van) partijen is veelvuldig over de situatie en een eventuele oplossing gecorrespondeerd. Daarin is onder meer aan de orde geweest dat partijen het eerst eens moesten worden over welke van de geoffreerde werkzaamheden wel of niet of gedeeltelijk waren uitgevoerd.
2.7.
[eiser] heeft op 15 oktober 2022 aan [gedaagden] . een opleveringsdocument verstrekt dat zij heeft opgemaakt aan de hand van door [gedaagden] . versterkte foto’s van de staat van de zolder (nadat [eiser] het werk had verlaten). In het opleverdocument komt [eiser] op een totale vordering van € 25.114,30. [gedaagden] . hebben dit bedrag niet betaald.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter [gedaagden] . hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 21.182,45, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [eiser] in opdracht en voor rekening van [gedaagden] . dakkapellen heeft geleverd en aangebracht en de zolder heeft verbouwd. De facturen voor de dakkapellen zijn ondanks aanmaning niet volledig voldaan. Verder heeft [eiser] andere kosten gemaakt die voor rekening van [gedaagden] . moeten komen. Uit het door [eiser] opgestelde opleverdocument volgt dat [gedaagden] . nog een bedrag verschuldigd zijn van in totaal € 21.182,45.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagden] . betwisten de vordering en voeren aan – samengevat – dat geen sprake is van een opeisbare vordering omdat [eiser] het werk niet heeft opgeleverd en partijen nog geen afrekening hebben gemaakt. [gedaagden] . zijn verder niet tevreden over het niet leveren van extra isolatiemateriaal in combinatie met het juiste houtwerk, het zonder instemming van [gedaagden] . verwijderen van de bestaande spant en de schade die veroorzaakt is aan de aanbouw bij het plaatsen van de dakkapel. Zij hebben daarom hun betaling opgeschort. Verder lijden [gedaagden] . schade omdat zij door het verwijderen van de spant van de zolder niet meer één ruimte kunnen maken. [gedaagden] . hebben besloten om deze schade (nog) niet terug te vorderen van [eiser] . Het gaat [gedaagden] . er vooral om dat [eiser] hen ten onrechte beticht van wanbetaling.
Tot slot is het opleverdocument onjuist opgesteld en onduidelijk zodat het nog niet mogelijk is geweest om af te rekenen.
Subsidiair wordt de omvang van de vordering betwist. [eiser] heeft oorspronkelijk een bedrag van € 26.435,93 gevorderd maar dit bedrag is niet nader gemotiveerd en het is onduidelijk waarom de hoofdvordering ongeveer € 10.000,00 hoger ligt dan de oorspronkelijke offertes plus het reeds betaalde bedrag door [gedaagden] .

5.De beoordeling

5.1.
[eiser] heeft zijn vordering gebaseerd op het opleverdocument dat hij op 15 oktober 2022 aan (de gemachtigde van) [gedaagden] . heeft gestuurd. Daarbij is [eiser] uitgegaan van het totale geoffreerde bedrag van € 37.600,00 plus een bedrag van
€ 435,60 aan meerwerk; in totaal een bedrag van € 38.035,60. Hiervoor hebben [gedaagden] . akkoord gegeven. In het opleverdocument heeft [eiser] per post aangegeven welke werkzaamheden wel of niet zijn uitgevoerd. [eiser] stelt dat hij voor een bedrag van
€ 8.050,00 aan werkzaamheden niet heeft uitgevoerd. Omdat [gedaagden] . reeds een bedrag van € 10.550,00 in totaal hebben betaald op de facturen, zijn zij na aftrek van de niet uitgevoerde werkzaamheden nog een bedrag verschuldigd van € 19.435,60. Daarbij komt nog een bedrag van € 1.746,85 aan teken- en berekenkosten en aan materiaal (bouwlampen, een ladder en twee kuipen) van [eiser] dat bij [gedaagden] . is achtergebleven.
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagden] . nog een bedrag aan [eiser] moeten betalen. Partijen zijn het echter niet eens over de wijze van afrekenen en de hoogte van het bedrag. Gebleken is dat de werkzaamheden aan de dakkapellen en de zolder inmiddels zijn afgemaakt door een ander bedrijf dan [eiser] zodat nu geen oplevering meer kan plaatsvinden. Gelet hierop haakt de kantonrechter, voor de beoordeling van wat [gedaagden] . nog verschuldigd zijn, aan bij het opleverdocument en de foto’s waarop dit document is gebaseerd. Dit document is ter zitting ook met partijen besproken.
5.3.
Op het opleverdocument staat, voor zover hier relevant, het volgende, waarbij [eiser] heeft aangegeven of deze werkzaamheden wel of niet zijn uitgevoerd:
- stucplaten plaatsen (de stucplaten voor de gehele afwerking zijn wel geleverd) – gedeeltelijk uitgevoerd
- optie extra isolatiewaarde 2x – niet uitgevoerd
- afwerking binnenzijde dakkapel voor – niet uitgevoerd
- afwerking binnenzijde dakkapel achter – niet uitgevoerd
- extra isolatie – niet uitgevoerd
- knieschot voor – gedeeltelijk uitgevoerd
- knieschot achter – gedeeltelijk uitgevoerd
- vloer – afgeleverd, niet geplaatst
- inmeten inzagen rooftops – gedeeltelijk uitgevoerd.
- vloer elementen aanbrengen – volledig uitgevoerd
- overige dakbeschot – volledig uitgevoerd
- optie wanden – volledig uitgevoerd
5.4.
[gedaagden] . hebben ter zitting aangevoerd dat het opleverdocument niet klopt. Zo zijn de onderdelen ‘overig dakbeschot’ en ‘optie wanden’ zoals genoemd in het opleverdocument niet volledig uitgevoerd terwijl [eiser] daar wel het volledige bedrag voor vordert. Er zijn ook geen vloerelementen aangebracht. [gedaagden] . hebben zelf ook wat grofvuil moeten wegbrengen. Verder heeft [eiser] de kuipen met handvatten en de ladder zelf achtergelaten bij [gedaagden] . en kan hij deze komen ophalen. [gedaagden] . betwisten dat zij bouwlampen van [eiser] hebben gehouden. Verder betwisten [gedaagden] . dat zij de bereken- en tekenkosten verschuldigd zijn. Daarbij komt nog dat [eiser] nooit de afstandsbedieningen van de rolluiken heeft verstrekt zodat zij daar twee van moesten aanschaffen voor een bedrag van € 75,00 per stuk.
5.5.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel [eiser] heeft gesteld dat de wanden volledig zijn afgemaakt en dit ook zo heeft genoemd op het opleverdocument, blijkt uit de door [gedaagden] . verstrekte foto’s dat de wanden niet afgemaakt zijn. Zo zijn het houtgeraamte en het isolatiemateriaal op de foto’s duidelijk zichtbaar. Ter zitting heeft [eiser] daar zelf ook over verklaard dat de wanden niet volledig afgemaakt konden worden omdat deze open moesten blijven zodat de installateur nog bij de snoeren en leidingen kon komen. Dit betekent dat de werkzaamheden aan de wanden niet volledig zijn uitgevoerd. De kantonrechter schat het bedrag aan werkzaamheden die niet uitgevoerd zijn op € 1.000,00, hetgeen in mindering wordt gebracht op het toe te wijzen bedrag.
5.6.
Hetzelfde geldt voor het dakbeschot; op de foto’s is zichtbaar dat dit niet volledig is uitgevoerd. De kantonrechter brengt hiervoor ook een bedrag van € 1.000,00 in mindering.
5.7.
Daarnaast blijkt uit de foto’s, zoals [gedaagden] . ook hebben aangevoerd, dat wel vloerdelen zijn geleverd, maar niet zijn aangebracht. Uit de stukken overgelegd door [eiser] blijkt dat hij een bedrag van € 1.100,00 heeft gerekend voor de vloerelementen zodat de kantonrechter dit bedrag in mindering brengt op het toe te wijzen bedrag.
5.8.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de extra gemaakte kosten bij [gedaagden] . in rekening te brengen. [eiser] heeft er zelf voor gekozen materiaal bij [gedaagden] . achter te laten en niet meer terug te komen. De ladder en kuipen met handvatten kan [eiser] ophalen bij [gedaagden] . [eiser] heeft, in het licht van de betwisting hiervan door [gedaagden] ., niet nader onderbouwd welke bouwlampen [gedaagden] . hebben achtergehouden. De teken- en berekenkosten blijven voor rekening van [eiser] nu [eiser] niet heeft betwist dat hij het spant heeft weggehaald, waartoe [eiser] geen opdracht had gekregen en waarmee [gedaagden] . ook niet hadden ingestemd, en daarom nieuwe berekeningen moesten worden gemaakt.
5.9.
Het betoog van [gedaagden] . dat [eiser] niet het volledige grofvuil heeft weggebracht ( [gedaagden] moest zelf rommel weggooien) en dat [gedaagden] . twee afstandsbedieningen moesten bestellen voor de rolluiken heeft [eiser] betwist en hebben [gedaagden] . niet nader onderbouwd zodat de kantonrechter hieraan voorbij gaat.
5.10.
Gelet op al het voorgaande zal de vordering van [eiser] worden toegewezen tot een bedrag van: € 19.435,60 – € 3.100,00 = € 16.335,60. Het betoog van [gedaagden] . dat zij een verrekenbare vordering op [eiser] hebben, kan niet tot een ander oordeel leiden. [gedaagden] . hebben immers geen tegenvordering ingesteld en de verrekenbare vordering zelfs niet gekwantificeerd of gespecificeerd. Daaraan gaat de kantonrechter dus voorbij.
5.11.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe [gedaagden] . zullen worden veroordeeld.
5.12.
[eiser] heeft na de vermindering van eis ter zitting niet gespecificeerd welk bedrag aan rente moet worden toegewezen of over welke periode deze rente moet worden berekend. De kantonrechter zal daarom de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van dagvaarding over de toegewezen hoofdsom.
5.13.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] grotendeels zal toewijzen.
5.14.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden] ., omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagden] . tot betaling aan [eiser] van € 16.335,60 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 mei 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagden] . tot betaling aan [eiser] van € 938,36 aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 mei 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagden] . tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 111,11
griffierecht € 1.384,00
salaris gemachtigde € 792,00 ;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter