Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 22 maart 2022, met producties 1-8;
- het verweerschrift tevens houdende tegenverzoek, met producties 1-9;
- de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 16 juni 2022 en de daarbij overgelegde “Aantekeningen mondelinge behandeling inzake [verzoekster] / [verweerster] ” van mr. Van voornoemd;
- het e-mailbericht van 28 juni 2022 van de behandelend rechter, aan de heer [orthopedisch chirurg] , orthopedisch chirurg (hierna: [orthopedisch chirurg] );
- een bericht van [orthopedisch chirurg] van 12 juli 2022;
- een brief van 14 juli 2022 van mr. Beij voornoemd;
- een gezamenlijk verzoek van 19 augustus 2022 van partijen om aanhouding van de zaak in afwachting van verdere schikkingsonderhandelingen;
- een bericht van 23 september 2022 van mr. Van, waarin - mede namens [verweerster] - is meegedeeld dat het niet is gelukt om overeenstemming te bereiken over een schikking;
- een bericht van 27 oktober 2022 van de griffier, waarin aan partijen is gevraagd wat zij van de rechtbank verwachten;
- een bericht van 3 november 2022 van mr. Beij;
- een brief van 7 november 2022 van mr. Van;
- een brief van 9 november 2022 van mr. Beij.
[geboortedatum] en verzekeringsarts van beroep, vanwege nekklachten behandeld door
[fysiotherapeut] , die als fysiotherapeut werkzaam is bij [verweerster] .
[verzoekster] dat verzoek ingetrokken.
[fysiotherapeut] verstuurd met het verzoek om in het kader van hoor en wederhoor binnen twee weken aan te geven of hij opmerkingen had over wat was weergegeven onder het kopje ‘anamnese’.
28 juni 2022 aan [orthopedisch chirurg] gevraagd of hij bereid is zijn onderzoek alsnog af te ronden. Bij brief van 12 juli 2022 heeft [orthopedisch chirurg] aan mr. Saarloos meegedeeld dat hij niet kan voldoen aan het verzoek tot voortzetting van de conceptrapportage.
3.Het geschil
Wat betreft het subsidiaire verzoek heeft [verzoekster] meegedeeld dat als de rechtbank meent dat dit niet de beste oplossing is, zij een nadere zitting wenst om onder begeleiding van de behandelend rechter te komen tot een minnelijke regeling. Als [verweerster] daartoe niet bereid is, ziet [verzoekster] geen andere optie dan het benoemen van een nieuwe deskundige uit het vakgebied orthopedie. Deze nieuwe deskundige kan wat [verzoekster] betreft volstaan met het beantwoorden van de namens [verweerster] gestelde, door [orthopedisch chirurg] niet beantwoorde, aanvullende vraag.
4.De beoordeling
De verzoeken van [verzoekster]
medewerkingaan een deskundigenonderzoek in een deelgeschil aan de orde kan worden gesteld. Indien het de bedoeling is dat een deskundige wordt benoemd, dient de procedure op grond van artikel 202 Rv in gang te worden gezet. [1]
Er bestaat voor de behandeling van een dergelijk verzoek een passend procesrechtelijk instrument in de vorm van het voorlopig deskundigenbericht.
4.8. Het voorgaande brengt mee dat de verzoeken van [verzoekster] zullen worden afgewezen.
veroordelingtot betaling van de deelgeschilkosten geen ruimte. Daarom zal worden volstaan met voormelde begroting van de buitengerechtelijke kosten.
5.De beslissing
19 januari 2023. [3]