In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines AG wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht van Teheran naar Amsterdam op 17 augustus 2015. De passagiers, vertegenwoordigd door EUclaim B.V., vorderden een schadevergoeding van € 1.800,00 plus rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de sluiting van de luchthaven van Teheran en de uitwijking naar Isfahan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, de vervoerder kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals de sluiting van de luchthaven en de overschrijding van de werktijden van de bemanning. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen en dat de passagiers niet konden aantonen dat er alternatieve vluchten beschikbaar waren die hen sneller naar hun bestemming hadden kunnen brengen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 1 maart 2023 door kantonrechter S.N. Schipper in Haarlem.