ECLI:NL:RBNHO:2023:2018
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Compensatieplicht bij annulering van vlucht door buitengewone omstandigheden
In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Air Canada wegens compensatie na de annulering van vlucht AC825. De annulering vond plaats op 24 december 2017, en de passagiers stelden dat zij recht hadden op compensatie omdat Air Canada andere passagiers wel compensatie had aangeboden. Air Canada voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de luchthaven van Toronto. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de annulering inderdaad het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat Air Canada voldoende maatregelen had getroffen om de annulering te voorkomen en dat de passagiers niet konden worden omgeboekt naar eerdere vluchten vanwege de drukte tijdens de kerstperiode. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 1 maart 2023.