Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ATC(00:36) – Air Traffic Control – enroute demand/capacity/departure slot problems”. Hieruit volgt volgens de vervoerder dat de vlucht een vertraging had van 36 minuten als gevolg van een door de luchtverkeersleiding afgegeven “Calculated Take Off Time” (hierna: CTOT). Het e-mailbericht van de LVNL vermeldt voorts:
“(…) Naar aanleiding van uw vraag of vlucht EK146 (UAE146) van 24 augustus 2019 een laat TSAT heeft gekregen, hebben wij de volgende informatie voor u. Alle genoemde tijden zijn in UTC.
“Minimum Connecting Time” (hierna: MCT) op de luchthaven van Dubai 60 minuten bedraagt en dat de geplande overstaptijd van de passagiers eveneens 60 minuten bedroeg. AirHelp heeft zich op het standpunt gesteld dat de vervoerder onvoldoende buffer in de overstaptijd in acht heeft genomen. De kantonrechter overweegt dat de vervoerder in het stadium van de planning van de vlucht redelijkerwijs rekening moet houden met het risico op vertraging. De kantonrechter acht in dit kader een reservetijd (of ‘buffer’) van ten minste 20 minuten bovenop de MCT noodzakelijk. In dit geval heeft de buitengewone omstandigheid echter tot een vertraging van meer dan 20 minuten geleid. De kantonrechter concludeert dat, ook al had de vervoerder voldoende reservetijd in acht genomen, de passagiers hun aansluitende vlucht niet meer hadden kunnen halen.