ECLI:NL:RBNHO:2023:2188
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek bij veroordeelden na computervredebreuk en schending ambtsgeheim
Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen het bepalen en verwerken van het DNA-profiel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor computervredebreuk en schending van het ambtsgeheim. Het bezwaarschrift was op 12 januari 2023 ingediend en op 27 februari 2023 behandeld in besloten raadkamer. De veroordeelde, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. T.P.A.M. Wouters, stelde dat opname van zijn DNA-materiaal niet van belang zou zijn voor de opsporing of voorkoming van strafbare feiten, aangezien hij geen intentie had om opnieuw een strafbaar feit te plegen en inmiddels als timmerman werkt.
De officier van justitie betwistte dit standpunt en stelde dat DNA-materiaal relevant kan zijn voor de opsporing van strafbare feiten, ook al was er in de eerdere strafzaak geen DNA-onderzoek nodig. De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift tijdig en op de juiste wijze was ingediend en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van het bezwaar.
Bij de beoordeling van het bezwaar werd een abstracte toets aangelegd, waarbij de rechtbank concludeerde dat er geen grond was om te concluderen dat DNA-onderzoek niet van betekenis zou kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde. De rechtbank wees op de mogelijkheid dat DNA-sporen op gegevensdragers van belang kunnen zijn bij computervredebreuk en dat ook bij schending van het ambtsgeheim DNA-materiaal kan worden aangetroffen op fysieke documenten.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift ongegrond, wat betekent dat de opname van het DNA-profiel van de veroordeelde door kan gaan.