Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
(…) Ik vind het niet normaal jammer dat je stopt en ik had het totaal niet zien aankomen. (…)- In november 2017 ben je bij Opmaat begonnen.- Omdat je aangaf dat je meer zou willen betekenen voor de organisatie zoals een partnerschap, is in 2019 jouw uurtarief verhoogd van € 25,- naar € 30,- met de intentie om naast lesgeven ook organisatorische taken op je te nemen en nieuwe ideeën uit te werken en te ondernemen. (…)
(…) Ik heb niet de intentie leerlingen mee te nemen. Ik zal niet actief leerlingen vragen met mij mee te gaan. Mocht het zo zijn dat leerlingen mij benaderen omdat ze van mij les willen blijven krijgen dan zal ik ze echter niet per se afwijzen. De 45 leerlingen die ik nu heb zijn sowieso te veel voor mij omdat ik me ook weer wil gaan richten op het zelf muziek maken en mijn optredens. (…)
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
Verder weerspreekt [eiser] dat hij leerlingen actief heeft benaderd om met hem mee te gaan: zij hebben juist [eiser] benaderd omdat zij alleen van hem les wilden krijgen. [eiser] heeft dus niet onrechtmatig gehandeld.
5.De beoordeling
Bovendien is voor ontbinding vereist dat sprake is van verzuim. Dat laatste is alleen het geval als sprake is van een tekortkoming. [gedaagde] beroept zich erop dat [eiser] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Het ligt dan ook op haar weg om die tekortkoming te onderbouwen. Dat heeft zij onvoldoende gedaan. Vast staat dat [eiser] vanaf juni 2020 het hogere tarief in rekening heeft gebracht, maar de reden voor die tariefsverhoging is niet vastgelegd. Evenmin is schriftelijk bepaald welke extra taken [eiser] voor dat verhoogde tarief zou moeten gaan uitvoeren. De e-mail van 4 november 2021 kan niet als onderbouwing van het betoog van [gedaagde] dienen. Niet alleen is die e-mail pas geschreven nadat [eiser] al te kennen had gegeven dat hij zijn werkzaamheden wilden beëindigen, maar ook wordt daarin alleen maar (achteraf) gesproken over een intentie en dus niet over een verplichting. De door [gedaagde] overgelegde verklaringen van andere docenten van de school kunnen evenmin als onderbouwing dienen,
omdat die docenten alleen verklaren (en kunnen verklaren) over hun eigen situatie en niet over afspraken tussen [eiser] en [gedaagde] . Verder blijkt uit niets dat [gedaagde] [eiser] er op ooit op heeft aangesproken dat hij de overeengekomen extra werkzaamheden niet of niet naar behoren uitvoerde. Zij heeft de facturen waarbij [eiser] het verhoogde tarief in rekening bracht, ook steeds zonder protest voldaan. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld dat en in hoeverre [eiser] is tekortgeschoten. Van ontbinding en van een ongedaanmakingsverplichting kan ook daarom geen sprake zijn.
6.De beslissing
dagvaarding € 112,20
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 436,00 ;
de tegenvordering