In deze zaak heeft Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. KLM stelt dat [verweerder] zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen en herhaaldelijk agressief en intimiderend gedrag heeft vertoond. Het verzoek is ingediend op 2 februari 2023, waarna een zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2023. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds 1 januari 1989 bij KLM in dienst is en dat hij op 25 mei 2022 arbeidsongeschikt is geraakt. KLM heeft [verweerder] herhaaldelijk aangesproken op zijn gedrag en zijn re-integratieverplichtingen, maar [verweerder] heeft niet adequaat gereageerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat zowel KLM als [verweerder] steken hebben laten vallen in het re-integratietraject. KLM heeft onvoldoende gedaan om de arbeidsverhouding te herstellen, en de kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek van KLM is afgewezen, en KLM is veroordeeld tot betaling van de proceskosten.