ECLI:NL:RBNHO:2023:2855

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
9847765 \ CV EXPL 22-2592
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en de beoordeling van buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door Lof Legal Services, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O. wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Amsterdam via Istanbul naar Lahore op 30 en 31 december 2021. De passagier had haar vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp, die een bedrag van € 600,00 vorderde op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de plaats van bestemming.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming is aangekomen, wat in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder met zich meebrengt. De vervoerder moest aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden die niet konden worden voorkomen. De vervoerder overhandigde METAR en TAF gegevens, maar de kantonrechter oordeelde dat de vervoerder onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de vlucht niet kon landen vanwege de weersomstandigheden. Er waren andere vluchten die wel konden landen, wat erop wijst dat de beslissing om de vlucht te vertragen een operationele keuze was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 600,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de vlucht op de eindbestemming zou aankomen. De proceskosten werden ook aan de vervoerder opgelegd, omdat deze ongelijk kreeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9847765 \ CV EXPL 22-2592
Uitspraakdatum: 15 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen AirHelp
gemachtigde Lof Legal Services
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 11 april 2022 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier [de passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Istanbul Havalimani Airport, Istanbul (Turkije) naar Lahore Airport (Pakistan) op 30 en 31 december 2021.
2.2.
De vlucht van Istanbul naar Lahore Airport (hierna: de vlucht) heeft vertraging opgelopen, waardoor de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen.
2.3.
De passagier heeft haar eventuele vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan dat de vlucht met vertraging is uitgevoerd vanwege buitengewone omstandigheden die ondanks alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, te weten slechte weersomstandigheden op de plaats van bestemming.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de overeengekomen eindbestemming is aangekomen, zodat in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening welke ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden. In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever er op gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.3.
De vervoerder heeft een beroep op buitengewone omstandigheden gedaan. Daartoe heeft de vervoerder METAR en TAF gegevens overgelegd waaruit volgens de vervoerder volgt dat vanwege de slechte weersomstandigheden het zicht te slecht zou zijn op de plaats van bestemming. Daarnaast volgt volgens de vervoerder eveneens uit de vluchtgegevens dat de vlucht is vertraagd vanwege weersomstandigheden. In de vluchtgegevens is vertragingscode 72 R genoemd. Deze vertragingscode staat voor
; ‘weather conditions beyond operational limits’, aldus de vervoerder.
5.4.
AirHelp betwist dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden. Zij stelt dat niet is gebleken dat de vlucht vanwege de weersomstandigheden niet had kunnen landen. Dit volgt ook niet uit een besluit van de luchtverkeersleiding. Daarbij zijn omstreeks de geplande aankomst van de vlucht volgens AirHelp wel andere vluchten te Lahore geland. Dit betekent dat landen mogelijk was. Het was dan ook een operationele beslissing van de vervoerder om de vlucht vertraagd uit te voeren, aldus nog steeds AirHelp.
5.5.
Met AirHelp is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vlucht, gelet op de weersomstandigheden, niet te Lahore kon landen. De vervoerder licht bij dupliek nog toe dat de vlucht oorspronkelijk gepland stond om 00:30 uur te landen. Uit de TAF volgt, volgens de vervoerder, dat vanaf 30 december 22:00 uur tot 24:00 uur het zicht 1000 meter was en vanaf 31 december 2:00 uur tot 05:00 uur 600 meter. Aangezien de toegestane limiet te Lahore volgens de vervoerder 800 meter is, heeft de vervoerder ervoor gekozen om de vlucht vertraagd uit te voeren. De vervoerder heeft echter nagelaten te onderbouwen dat het toestel niet kan landen met een zicht van minder dan 800 meter. Daarbij is ook niet gebleken dat het zicht, op het geplande moment van aankomst, minder dan 800 meter was. Evenmin heeft de vervoerder onderbouwd dat het toestel niet kon landen, ondanks dat dit voor andere vluchten wel mogelijk was. Het had op de weg van de vervoerder gelegen om dit nader toe te lichten. Nu de vervoerder dit heeft nagelaten kan hij geen geslaagd beroep doen op buitengewone omstandigheden. De kantonrechter komt dan ook niet toe aan de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen, dan wel te beperken.
5.6.
Nu de vervoerder voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen.
5.7.
Ten aanzien van de gevorderde wettelijke rente wordt het volgende overwogen. AirHelp heeft wettelijke rente gevorderd met ingang “vanaf datum vlucht”. Het betreft hier een vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade, zodat deze schade gelet op artikel 6:83 sub b BW terstond opeisbaar is. Het verzuim treedt dus zonder ingebrekestelling in op het moment dat de schade geacht wordt te zijn geleden. De wettelijke rente wordt daarom toegewezen vanaf 31 december 2021, zijnde de datum waarop de vlucht op de eindbestemming zou aankomen.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 december 2021 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van AirHelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 125,03;
griffierecht € 322,00;
salaris gemachtigde € 264,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter