Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de (ontbonden) vennootschap onder firma [eiser 2],
[eiser 1],
1.Het procesverloop
2.Feiten
(…) 1.3 De overdracht (…) is effectief per 1 juli 2020.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de (ontbonden) vennootschap onder firma [eiser 2] en [gedaagde]. De zaak betreft een vordering van [eiser 2] tegen [gedaagde] wegens ongerechtvaardigde verrijking. [eiser 2] huurde een winkelruimte in Alkmaar en heeft in 2020 een koopovereenkomst gesloten met [gedaagde] voor de overname van de winkel. Na de overname heeft [gedaagde] een teruggave van Essent ontvangen, waarover [eiser 2] aanspraak maakt, omdat hij een groot deel van de energiekosten had betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] ongerechtvaardigd is verrijkt door de teruggave van € 1.900,05, waarvan € 1.381,85 toekomt aan [eiser 2]. De vordering van [eiser 2] is grotendeels toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Het beroep van [gedaagde] op verrekening is afgewezen, omdat hij zijn vordering niet heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van [gedaagde] gesteld, omdat hij grotendeels ongelijk heeft gekregen.