ECLI:NL:RBNHO:2023:2957

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
9789864 \ CV EXPL 22-1988
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en de toepassing van buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die rechten van luchtreizigers regelt. De passagiers, die met de vervoerder een vervoersovereenkomst hadden gesloten, hebben hun vordering overgedragen aan AirHelp na een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming, wat hen heeft doen aankomen na de geplande tijd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij deze kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van de doorwerking van een eerdere vlucht, maar de kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende bewijs had geleverd om dit te onderbouwen. De vertraging was niet aangetoond als een buitengewone omstandigheid, en de kantonrechter verwierp het verweer van de vervoerder.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 800,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 8 maart 2023 in Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9789864 \ CV EXPL 22-1988
Uitspraakdatum: 8 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen AirHelp
gemachtigde mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije) en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 10 maart 2022 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna te noemen: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Sabiha Gokcen (Istanbul, Turkije) naar Trabzon Airport (Trabzon, Turkije) op 6 april 2021.
2.2.
Vlucht TK7769 van Amsterdam-Schiphol Airport naar Sabiha Gokcen (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar de eindbestemming hebben gemist. De passagiers zijn hierdoor meer dan drie uren later aangekomen op hun eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vordering overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 800,00.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming Trabzon, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een vervoerder in het voorkomende geval aan te tonen dat hij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen, de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behalve wanneer hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht – en dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht hebben geleid.
4.3.
De vervoerder doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden en heeft daartoe aangevoerd dat de onderhavige vlucht onderdeel uitmaakte van de rotatievlucht Istanbul- Amsterdam-Schiphol Airport – Istanbul (vluchten TK7768 en TK7769). De vlucht in kwestie is vertraagd uitgevoerd in verband met de doorwerking van de vertraging van de voorafgaande vlucht, aldus de vervoerder. Bovendien heeft de vervoerder toegelicht dat, hoewel vlucht TK7768 op tijd was geland, pas na ruim 45 minuten mocht parkeren bij de gate (vertragingscodes 39F en 89Z). AirHelp betwist dat sprake is geweest van een buitengewone omstandigheid.
4.4.
Uit het vluchtrapport van de onderhavige vlucht blijkt niet dat deze is vertraagd door de vertraagde uitvoering van vlucht TK7768. Het betoog van de vervoerder dat sprake is geweest van doorwerking van buitengewone omstandigheden slaagt dan ook niet. Uit het vluchtrapport van de onderhavige vlucht blijkt dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd vanwege codes 89K en 87Z. De vervoerder heeft niet, althans onvoldoende, gesteld en onderbouwd dat de vertraging vanwege codes 89K en 87Z een buitengewone omstandigheid opleveren. Het overgelegde vluchtschema is daartoe ontoereikend. Ook anderszins is dit niet gebleken. Het is aan de vervoerder om voldoende gegevens en onderbouwing te verstrekken zodat de kantonrechter een oordeel kan vormen. Dit heeft de vervoerder nagelaten. Resumerend wordt het beroep van de vervoerder op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden verworpen. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging als gevolg van de buitengewone omstandigheid te voorkomen dan wel te beperken. De vordering tot betaling van de compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening zal om die reden worden toegewezen.
4.5.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat hij ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 april 202 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van AirHelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 125,03;
griffierecht € 322,00;
salaris gemachtigde € 264,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter