In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is ingesteld op 23 mei 2022, naar aanleiding van een vertraging van meer dan drie uur van vlucht TK714 van Istanbul naar Lahore op 8 januari 2022. De passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden met de vervoerder, hebben hun vordering overgedragen aan AirHelp. De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat er in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder, tenzij deze kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder voerde aan dat de vertraging te wijten was aan slechte weersomstandigheden in Istanbul, maar de kantonrechter oordeelde dat niet was aangetoond dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen of te beperken.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. Ook zijn de proceskosten aan de vervoerder opgelegd, omdat deze ongelijk kreeg in de procedure. Het vonnis is uitgesproken op 22 maart 2023 in Haarlem.