[eiser1] c.s. vorderen - na vermeerdering van eis - bij vonnis, steeds voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. C&W c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser1] c.s. van:
a. een vervangende schadevergoeding van € 194.624,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2022, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
b. de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.650,19 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
c. de buitengerechtelijke kosten van € 1.669,80 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
d. de beslagkosten als bedoeld in artikel 706 Rv met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd; en
e. de kosten van deze procedure met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd; en
f. aan nakosten een bedrag van € 163,00 zonder betekening, verhoogd met een bedrag van € 85,00 in geval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis worden voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.