ECLI:NL:RBNHO:2023:3047

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
C/15/337196 / FA RK 23-893
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2023 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een stoornis in het autisme spectrum en een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type. De officier van justitie had op 1 maart 2023 een verzoekschrift ingediend voor de zorgmachtiging, met als doel de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en ernstig nadeel te voorkomen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf en zijn advocaat, mr. J.K. Gaasbeek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel, zoals levensgevaar en ernstige verwaarlozing, af te wenden. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De advocaat van betrokkene heeft verzocht om de termijn van de zorgmachtiging te verkorten tot drie maanden, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het behandelteam actief bezig is met het vinden van een passende woonplek voor betrokkene en dat extra druk niet zal bijdragen aan een snellere doorplaatsing.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de zorgmachtiging voor een periode van 12 maanden te verlenen, tot en met 22 maart 2024. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter mr. N. Cuvelier, met E.B.B.M. van Linden als griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/337196 / FA RK 23-893
beschikking van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats]
,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. J.K. Gaasbeek, gevestigd te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 maart 2023, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 10 februari 2023;
  • het zorgplan van 23 februari 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 februari 2023;
  • een uittreksel uit het curatele- en bewindregister van 17 maart 2023.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 maart 2023, in het gebouw van voornoemde accommodatie.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [verpleegkundig specialist] , verpleegkundig specialist;
  • [begeleider] , begeleider.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in het autisme spectrum en een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type in combinatie met misbruik van middelen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.”
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.7.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht om de termijn van de zorgmachtiging in duur te bekorten tot een periode van 3 maanden. De advocaat merkt op dat op zitting van een jaar geleden al is besproken dat betrokkene is uitbehandeld en het in zijn belang is dat hij wordt overgeplaatst naar een passende vervolgplek. Betrokkene verblijft echter nog steeds in de kliniek. Uitplaatsing duurt veel lang dit kan voor betrokkene zelfs contraproductief werken. Het is in het belang van betrokkene om druk op de ketel te houden.
2.7.1.
Vanuit de kliniek wordt aangegeven dat het behandelteam druk bezig is om voor betrokkene een passende woonplek te vinden. Er zijn binnen [plaats] verschillende plaatsingsverzoeken gedaan, maar betrokkene is op meerdere plaatsen, op verschillende gronden, afgewezen. Betrokkene is recent aangemeld bij de afdeling ‘ [afdeling] ’, maar hier wil betrokkene niet naar toe. Op dit moment is niet in te schatten is hoe lang het gaat duren voordat er voor betrokkene een passende woonplek is gevonden. Het gegeven dat betrokkene een zekere ambivalentie vertoont met betrekking tot sommige aangeboden woonplekken maakt de doorplaatsing er niet makkelijker op. Een eventuele verlenging van kortere duur teneinde extra druk op de ketel te zetten heeft geen meerwaarde bij het bespoedigen van het vinden van de juiste plek.
2.7.2.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de termijn van de rechterlijke machtiging in duur te beperken zoals door de advocaat van betrokkene is verzocht. Hoewel de rechtbank de wens van betrokkene tot overplaatsing begrijpt is ter zitting genoegzaam duidelijk geworden dat het behandelteam actief bezig is om voor betrokkene een passende woonplek te vinden. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om middels extra “druk op de ketel” het behandelteam aan te sporen tot extra inspanningen om de doorplaatsing te bewerkstelligen. Vanuit de kliniek is verder aangegeven dat een eventuele kortere verlenging de overplaatsing op geen enkele wijze zal kunnen bespoedigen.
Duidelijk en onweersproken is in ieder geval dat betrokkene op dit moment niet over een passende andere woonplek beschikt en is aangewezen op de middels de zorgmachtiging aan hem te verlenen zorg.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van 12 maanden, en geldt aldus tot en met 22 maart 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4 een kortere duur is vermeld.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
22 maart 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Cuvelier, rechter, in tegenwoordigheid van
E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 maart 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.