Wat vindt de rechtbank
7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser voor 19,19% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Hierbij wil de rechtbank benadrukken dat het gaat om de medische toestand van eiser op 12 mei 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 12 mei 2021 voor 19,19% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering.
Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
9. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B het medisch onderzoek zorgvuldig heeft verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennisgenomen van het dossier en van het bezwaar van eiser. Daarnaast heeft zij informatie opgevraagd bij de huisarts en de in het dossier aanwezige medische informatie bij de beoordeling betrokken. Verder heeft de verzekeringsarts B&B een nader medisch rapport van 28 juli 2022 opgesteld naar aanleiding van nieuwe (medische) informatie die in beroep is ingebracht. Hierin bespreekt zij de informatie van een adviserend arts, een psycholoog, de huisarts en de orthopeed. Zij komt tot de conclusie dat er geen aanleiding is om een ander standpunt in te nemen. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldig en duidelijke manier alle naar voren gebrachte lichamelijke klachten, te weten: knieklachten, rugklachten, nek- en schouderklachten en pijn aan scheenbeen, been, enkel, voet, hiel en hamstring en zijn astma heeft betrokken bij de medische beoordeling. Dit geldt ook voor de psychische klachten die eiser ervaart door zijn lichamelijke problemen en de medicatie die hij neemt, te weten: slaapproblemen, onrustig zijn, stemmingswisselingen, depressieve stemmingen en prikkelbaarheid. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiser heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
10. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op 12 mei 2021 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Wat betreft de psychische klachten neemt de verzekeringsarts B&B meer beperkingen aan dan de verzekeringsarts in de primaire beoordeling. Gelet op de stemmingsproblematiek van eiser heeft zij beperkingen opgenomen die overmatige stresserende omstandigheden voorkomen, namelijk beperkingen met betrekking tot veelvuldige deadlines of productiepieken, werken met hoog handelingstempo en werk waarin veelvuldig of rechtstreeks contact met klanten is vereist. Ook heeft de verzekeringsarts B&B een beperking opgenomen voor nacht- en onregelmatige diensten omdat het handhaven van dag- en nachtritme bij stemmingsklachten van belang is. Wat betreft de lichamelijke klachten neemt de verzekeringsarts B&B nog een beperking op in de rubriek fysieke omgevingseisen vanwege de astma. Voor de overige, medisch geobjectiveerde, lichamelijke klachten zijn volgens de verzekeringsarts B&B al voldoende beperkingen opgenomen in de FML. Op basis van de medische gegevens zijn er volgens haar geen medische argumenten voor de stelling dat de beperkingen onjuist zijn vastgesteld.
11. Verder is de rechtbank van oordeel dat de verzekeringsarts B&B ook voldoende heeft gemotiveerd dat de (medische) informatie die eiser in beroep heeft ingebracht geen andere medische feiten of gegevens bevat waaruit blijkt dat de beperkingen op en rond de datum in geding onjuist zijn vastgesteld. Zowel de lichamelijke als de psychische klachten die de arts, psycholoog en de huisarts beschrijven wijken volgens de verzekeringsarts B&B niet af van de medische gegevens waarvan zij is uitgegaan. Daarbij bevestigt de orthopeed volgens de verzekeringsarts B&B dat de knie stabiel is en dat er geen aanwijzingen zijn dat er sprake is van ernstige knieafwijkingen.
12. De rechtbank vindt in wat eiser heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit. De rechtbank is van mening dat de belastbaarheid van eiser voldoende is onderzocht. Daarom is de rechtbank van oordeel dat het UWV terecht heeft beoordeeld dat eiser op 12 mei 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor hem vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 28 oktober 2021.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
13. Uitgaande van de juistheid van de bij eiser vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiser op 12 mei 2021 met de middelste van de drie geduide functies 80,81% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende met zijn eigen werk, zodat hij voor de overige 19,19% arbeidsongeschikt is.
Conclusie en gevolgen
15. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiser per 12 mei 2021 een WIA-uitkering toe te kennen omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is, namelijk 19,19%.
16. Het beroep van eiser is ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.