ECLI:NL:RBNHO:2023:3165

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300857 \ WM VERZ 23-165
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding vastgesteld met flitspaal

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de opgelegde boete ongegrond had verklaard. De gedraging betrof het rijden van 15 km per uur harder dan toegestaan op een (auto)weg buiten de bebouwde kom, zoals aangegeven door verkeersbord A1.

Namens betrokkene werd aangevoerd dat de meting niet geldig was, omdat er zich twee voertuigen in het meetgebied bevonden. Dit standpunt werd ondersteund door de "Werkinstructie MultaRadar CT" van de Politie, die bij het beroepschrift was gevoegd. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gedraging was vastgesteld met een flitspaal en niet met een MultaRadar, waardoor er geen twijfel bestond over de deugdelijkheid van de meting. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er was geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300857 \ WM VERZ 23-165
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 15 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene zijn in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Zo is aangegeven dat de meting niet geldig is, omdat er zich twee voertuigen in het meetgebied bevinden. Dit standpunt wordt ondersteund in de “Werkinstructie MultaRadar CT” van de Politie, die gemachtigde bij het beroepschrift heeft bijgesloten.
De kantonrechter stelt vast dat uit het zaakoverzicht blijkt dat de gedraging is vastgesteld met een flitspaal en niet met een Multaradar. Hierdoor twijfelt de kantonrechter niet aan de deugdelijkheid van de meting. De stukken in het dossier doen de kantonrechter voorts ook niet twijfelen aan het vaststellen van de gedraging. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Hierdoor is er geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: