Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 4] ,wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 5] ,
[passagier sub 6] ,
[passagier sub 7] ,allen wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 8] ,
[passagier sub 9] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 10] ,wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 11] ,wonende te [woonplaats] ,
[passagier sub 12] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 7.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juni 2016, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 dan wel € 889,35 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 6 juli 2016 dan wel vanaf de datum van de betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
flightstatsvan Lennoc over te leggen, zoals zij ook van de vluchten AF636, BA195, UA704 en UA20 hebben gedaan. Weliswaar hebben de passagiers voldoende aannemelijk gemaakt dat de voorafgaande vlucht met een vertraging in Amsterdam is aangekomen, maar het is niet gebleken dat deze vertraging ertoe heeft geleid dat de vlucht in kwestie later dan gepland is vertrokken. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de passagiers, tegenover de gemotiveerde betwisting door de vervoerder, onvoldoende hebben onderbouwd dat de vlucht met vertraging uit Amsterdam is vertrokken.