ECLI:NL:RBNHO:2023:3289
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit Minister voor Klimaat en Energie
Op 17 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de verzetzaak van de opposant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep. De opposant had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Minister voor Klimaat en Energie van 1 februari 2022. De rechtbank had op 7 februari 2023 dit beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de opposant geen belang meer had bij een oordeel over het niet tijdig nemen van een besluit door de minister. De opposant heeft verzet ingesteld tegen deze uitspraak, maar heeft niet verzocht om een zitting.
De rechtbank overweegt dat zij in de verzetzaak uitsluitend kan beoordelen of de eerdere uitspraak terecht was. De opposant stelt dat hij het beroep inhoudelijk wilde voortzetten na een besluit van de minister van 19 juli 2022, en dat de rechtbank had aangegeven dat het beroep in dat geval inhoudelijk zou worden behandeld. De rechtbank wijst erop dat zij niet verplicht is om het beroepschrift verder te behandelen en dat het op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mogelijk is om het beroepschrift als bezwaarschrift te verwijzen naar het bestuursorgaan.
De rechtbank concludeert dat met het besluit van 19 juli 2022 er geen belang meer is bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank handhaaft haar eerdere oordeel en verklaart het verzet ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. J.H.A.C. Everaerts, rechter, in aanwezigheid van griffier C. Willemse. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.