Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2023 in de zaak tussen
[eiser] ., uit [plaats] , eiser
[vergunninghouder]te [plaats]
Rechtbank Noord-Holland
Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het tijdelijk plaatsen van een paardenbak. Eiser, vertegenwoordigd door mr. P.G. Muller, had beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, dat op 28 januari 2021 een omgevingsvergunning had verleend voor de duur van twee jaar. Eiser betoogde dat er nog steeds procesbelang was, ondanks het feit dat de vergunning inmiddels was verlopen, omdat er een risico bestond dat de vergunning voor een permanente paardenbak zou worden vernietigd.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, onder verwijzing naar eerdere uitspraken en het feit dat er geen belang meer was bij de beoordeling van de tijdelijke vergunning. De rechtbank oordeelde dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan, maar dat het college terecht had afgeweken van het bestemmingsplan op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Eiser had geen recht op vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep ongegrond was verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder een omgevingsvergunning kan worden verleend, met inachtneming van de geldende bestemmingsplannen en beleidsregels. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gedaan en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.