Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 april 2018, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ATFM due to RESTRICTION AT DESTINATION AIRPORT, airport and/or runway closed due to obstruction, industrial action, staff shortage, political unrest, noise abatement, night curfew, special flights”. De vervoerder voert aan dat “ATFM” staat voor “air traffic flow management” en “ATC” staat voor “air traffic control”. Vlucht LH988 heeft uiteindelijk gebruik gemaakt van het slot van 07:54 uur (UTC) en is met een aankomstvertraging van 31 minuten in Amsterdam gearriveerd. Achmea betwist dat de vertraging is ontstaan wegens de door de luchtverkeersleiding opgelegde restricties en stelt dat de vertraging van de vlucht LH988 is ontstaan wegens vertragingscodes 93, 5, 86 en 2. Dit kan geen buitengewone omstandigheid opleveren, aldus Achmea.
(“Aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector”) van 14 minuten. Hieruit blijkt dat deze vertraging is ontstaan als gevolg van de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht en dat een deel van die vertraging tijdens de rotatie is ingehaald. Nu reeds is vastgesteld dat 34 minuten van deze vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid, werkt deze buitengewone omstandigheid voor de duur van 14 minuten door naar de onderhavige vlucht.
ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT EN-ROUTE, reduced capacity caused by industrial action or staff shortage, equipment failure, military exercise or extraordinary demand due to capacity reduction in neighbouring area”. Uiteindelijk is aan de vlucht een slot opgelegd van 09:49 uur (UTC) waar de vlucht ook gebruik van heeft gemaakt. Achmea betwist dat dit een buitengewone omstandigheid oplevert en stelt zich op het standpunt dat de vlucht eerder had kunnen vertrekken. De vervoerder heeft deze stelling gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de vlucht op het eerst mogelijke moment dat ten gevolge van de restricties mogelijk was, is vertrokken. De vlucht kon niet zelf bepalen wanneer het toestel van de blokken ging en opsteeg, maar was hierbij afhankelijk van de derden. De vlucht kon dus niet, zoals Achmea heeft gesteld, 16 minuten eerder vertrekken. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder die wordt geconfronteerd met een besluit van de luchtverkeersleiding zich naar dit besluit moet voegen. De vervoerder is immers gehouden om restricties van de luchtverkeersleiding op te volgen en dit is niet inherent aan de normale bedrijfsuitvoering. De vertrekvertraging voor de duur van 17 minuten die is ontstaan door code 82 levert dan ook een buitengewone omstandigheid op.