In deze bodemzaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door EUclaim B.V., een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Austrian Airlines A.G., wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht op 23 april 2018 van Amsterdam naar Tirana, met een tussenstop in Wenen. Door een vertraging van de vlucht van Amsterdam naar Wenen, die werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, hebben de passagiers hun aansluitende vlucht gemist en zijn zij met een vertraging van 9 uur en 23 minuten op hun eindbestemming aangekomen. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij langdurige vertragingen.
De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden die niet konden worden voorkomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging zijn aangekomen en dat compensatie verschuldigd is, tenzij de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat de vertraging van de vlucht OS371, die onderdeel uitmaakte van de rotatievlucht, inderdaad veroorzaakt was door buitengewone omstandigheden, en dat deze vertraging doorwerkte naar de vlucht van de passagiers.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vervoerder voldoende maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de vordering van de passagiers tot compensatie werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de vervoerder, en de passagiers werden veroordeeld tot betaling van deze kosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.