ECLI:NL:RBNHO:2023:3876
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Annulering van vlucht van Lagos naar Amsterdam en toepasselijkheid van de Europese Verordening inzake luchtreizigersrechten
In deze zaak hebben drie passagiers een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, naar aanleiding van de annulering van hun vluchten. De passagiers, vertegenwoordigd door mr. A.Y. Lai, hebben bij dagvaarding van 12 juli 2022 de vervoerder aangeklaagd, nadat hun vluchten van Lagos naar Amsterdam via Heathrow waren geannuleerd. De passagiers vorderen een schadevergoeding op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen en vertragingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De kern van de zaak draait om de vraag of de Europese Verordening van toepassing is op de annulering van de vluchten. De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis geoordeeld dat de vluchten van passagier sub 1 niet onder de Verordening vallen, omdat de luchthaven van vertrek (Lagos) buiten de EU ligt en de luchtvaartmaatschappij op het moment van annulering niet als een communautaire luchtvaartmaatschappij kan worden aangemerkt. Dit is te wijten aan de Brexit en het beëindigen van het Terugtrekkingsakkoord op 31 december 2020.
De kantonrechter heeft de passagiers in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit voorlopige oordeel, waarna de vervoerder ook de kans krijgt om te reageren. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan. De uitspraak is gedaan op 12 april 2023 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.