Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de vader;
- de moeder;
- namens de GI: [vertegenwoordiger van de GI] .
Rechtbank Noord-Holland
Op 24 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De kinderrechter heeft het verzoek van de Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen afgewezen. De minderjarige, die veel hulpverlening heeft ontvangen en een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, is inmiddels 'hulpverleningsmoe'. De zorgen die er nog zijn, betreffen vooral de moeizame communicatie tussen de ouders, maar deze zijn niet van dien aard dat ze een verlenging van de ondertoezichtstelling rechtvaardigen.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige, die bij haar moeder woont. De GI had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar de kinderrechter oordeelde dat er geen ernstige bedreiging meer is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter merkte op dat de minderjarige goed functioneert op school, een bijbaan heeft en geen zorgelijke vriendenkring meer heeft. De zorgen over de ouders en hun communicatieproblemen zijn niet voldoende om de ondertoezichtstelling te rechtvaardigen.
De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om vrijwillige hulp te zoeken om hun communicatieproblemen aan te pakken, wat zowel voor hen als voor de minderjarige gunstig zou zijn. De beslissing om het verzoek af te wijzen is genomen op basis van de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.