In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O. (Turkish Airlines) wegens de annulering van hun geboekte vluchten van Amsterdam naar Istanbul en terug. De passagiers hadden hun tickets geboekt via D-Reizen, die inmiddels failliet is verklaard. De vervoerder heeft het betaalde bedrag van € 2.128,35 terugbetaald aan D-Reizen, maar niet aan de passagiers zelf. De passagiers vorderen nu terugbetaling van de ticketprijs op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij annulering van vluchten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagiers in hun vordering kunnen worden ontvangen, ondanks dat twee van de passagiers minderjarig zijn. De rechter heeft overwogen dat de vervoerder niet kan ontsnappen aan zijn verplichtingen onder de Verordening, ook al is er geen directe contractuele relatie tussen de passagiers en de vervoerder. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers recht hebben op terugbetaling van de helft van het betaalde bedrag, zijnde € 1.064,18, en heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf 20 september 2021. De vordering tot buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat de passagiers onvoldoende bewijs hebben geleverd van gemaakte kosten. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.