Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]
[eiser 2], wonende te [plaats 2]
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
- € 2.453,97, te vermeerderen met wettelijke rente over € 2.136,48 vanaf 1 augustus 2021;
- een gebruiksvergoeding van € 454,87 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde] het gehuurde in gebruik heeft vanaf 1 augustus 2021 tot aan de dag van ontruiming;
- de proceskosten en het nasalaris gemachtigde.
4.Het verweer en de tegenvordering
[gedaagde] stelt dat hij als gevolg van die gebreken niet het huurgenot heeft dat hij bij het aangaan van de overeenkomst mocht verwachten. Het gaat volgens [gedaagde] om ernstige gebreken (categorie C) die een verlaging van de huurprijs tot 60% rechtvaardigen.
5.De beoordeling
Uitvoerbaar bij voorraad
6.De beslissing
dagvaarding € 127,40
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 660,00 (2x € 330,00 )
nakosten € 132,00 , voor zover daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;