ECLI:NL:RBNHO:2023:4676

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
10178035 CV EXPL 22-6436
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen in het kader van een overeenkomst van opdracht tussen een schilderbedrijf en een grafisch vormgever

In deze zaak heeft [eiser], een bedrijf dat schilderwerkzaamheden verricht, een vordering ingesteld tegen Go-Eco, een besloten vennootschap die zich bezighoudt met grafische vormgeving. De vordering betreft een bedrag van € 9.846,98, dat [eiser] stelt te vorderen voor onbetaalde facturen voor schilderwerkzaamheden. De partijen hadden een overeenkomst gesloten waarbij Go-Eco bepaalde promotiewerkzaamheden zou uitvoeren, die verrekend zouden worden met de openstaande facturen van [eiser]. Echter, Go-Eco heeft deze werkzaamheden niet uitgevoerd en heeft de facturen van [eiser] niet volledig betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad een overeenkomst tussen partijen bestond en dat Go-Eco toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De rechter heeft echter geoordeeld dat [eiser] onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor het gevorderde bedrag van € 9.846,98. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering gedeeltelijk toegewezen en Go-Eco veroordeeld tot betaling van € 5.203,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf de datum van dagvaarding, en € 635,15 voor buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van Go-Eco, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10178035 CV EXPL 22-6436
Uitspraakdatum: 7 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
handelend onder de naam [eiser]
gevestigd te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: [gemachtigde]
dR&W de Ruijter & Willemsen Gerechtsdeurwaarders en Incasso
tegen
de besloten vennootschap
ITC Portal B.V.,
tevens handelend onder de naam
GO-ECO Chiptuning
gevestigd en kantoorhoudende te Uitgeest
gedaagde
verder te noemen: Go-Eco
gemachtigde: mr. A. Dalmeijer.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 25 oktober 2022 een vordering tegen Go-Eco ingesteld. Go-Eco heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Go-Eco een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een bedrijf in schilderwerkzaamheden. Go-Eco houdt zich onder meer bezig met grafische vormgeving zoals het bouwen van websites en webwinkels en promotie voor ondernemers.
2.2.
[eiser] heeft op verzoek van Go-Eco een offerte uitgebracht voor schilderwerkzaamheden, te weten 1700 m2 spuitwerk, schilderwerk binnen kozijnen/deuren, schilderwerk gevelkozijnen/deuren, schilderwerk roldeuren, incl. vloercoating voor een bedrag van € 17.600,- ex btw/ € 21.386,60 incl. btw.
2.3.
Go-Eco heeft toegezegd bepaalde promotiewerkzaamheden en het bouwen van een website uit te voeren voor [eiser]. Het daarvoor door [eiser] aan Go-Eco verschuldigde loon zou verrekend worden met de facturen van [eiser] voor het schilderwerk. Deze afspraak hebben partijen vastgelegd in whatsappberichten.
2.4.
In een whatsappbericht van 15 oktober 2021 te 21:31 uur aan [eiser] deelt
[betrokkene] van Go-Eco het volgende mee:
Voor de zoveelste keer kom je je afspraak niet na. We hebben besloten om alles verder zelf te gaan schilderen. Hierbij is de samenwerking afgelopen. Binnenkort even de balans opmaken en dan klaar. Voor de duidelijkheid ik wil jou of je vriendjes nooit meer in mijn pand zien. Als je dat overtreedt wordt direct de politie gebeld.
2.5.
Go-Eco heeft de overeengekomen (promotie)werkzaamheden voor [eiser] niet uitgevoerd.
2.6.
Ondanks sommaties heeft Go-Eco het restantbedrag van de vordering van [eiser] niet betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter Go-Eco veroordeelt tot betaling van
€ 9.846,98 in hoofdsom te vermeerderen met rente, € 867,35 voor buitengerechtelijke incassokosten en tot betaling van de proceskosten en nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Go-Eco toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht tussen partijen. [eiser] stelt dat hij in opdracht van Go-Eco schilderwerkzaamheden heeft verricht, maar dat Go-Eco ondanks herhaalde aanmaning de facturen niet volledig heeft betaald. Hij verklaart dat aanvankelijk tussen partijen afgesproken was dat Go-Eco bepaalde ontwerpwerkzaamheden voor hem zou verrichten en dat de kosten voor die werkzaamheden zouden worden verrekend met de openstaande facturen voor het schilderwerk, maar dat Go-Eco die werkzaamheden in het geheel niet heeft uitgevoerd, zodat er niets te verrekenen is en Go-Eco thans ook het restant van de kosten voor de werkzaamheden moet betalen.
3.3.
Go-Eco betwist de vordering. Zij stelt dat zij het verschuldigde bedrag volledig heeft voldaan. Verder betwist zij dat tussen partijen is afgesproken dat zij promotiewerkzaamheden zou uitvoeren in plaats van de laatste termijn voor het schilderwerk. Zij voert aan dat zij geen sommaties heeft ontvangen en dus rauwelijks is gedagvaard.
3.4.
In reactie op het verweer van Go-Eco voert [eiser] bij repliek aan dat er naast de reeds overgelegde offerte nog een andere offerte was gegeven voor schilderwerk binnen in het pand van Go-Eco en dat ook die werkzaamheden grotendeels zijn uitgevoerd. Hij verklaart dat Go-Eco hem echter op enig moment niet langer werkzaamheden wilde laten uitvoeren en geen toegang meer wilde geven tot het pand.
3.5.
Bij dupliek handhaaft Go-Eco haar verweer. Verder betwist zij de aanvullende opdracht en wijst zij er op dat de door [eiser] bij repliek overgelegde offerte dezelfde is als de offerte die al bij dagvaarding was overgelegd.

4.De beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de contacten tussen partijen al langer liepen dan de prijsopgave/offerte van 21 juni 2021. Dit blijkt onder meer uit een door [eiser] overgelegde factuur van 8 juni 2021 en de betalingen die Go-Eco heeft gedaan op 8 en 18 juni 2021, dus vóór 21 juni 2021. Ook blijkt uit de overgelegde whatsapp correspondentie tussen partijen dat er wel degelijk is gesproken over werkzaamheden door Go-Eco voor [eiser]. Go-Eco heeft de offerte voor die werkzaamheden via whatsapp toegestuurd aan [eiser]. Uit die berichten blijkt ook de door [eiser] gestelde afspraak om de kosten voor die werkzaamheden te verrekenen met een deel van zijn facturen:
Laatste rek. buitenom met BM betalen en € 900,- inhouden…,
€ 3.436,- verrekenen met binnenfacturen
alle binnenwerk € 20.500 ex
- 2840
is € 17.660,- ex btw
Dit bedrag van € 17.660,- exclusief btw is ook het bedrag dat door [eiser] is opgenomen in de prijsopgave/offerte van 21 juni 2021.
4.2.
Verder blijkt uit de whatsappberichten dat in oktober 2021 Go-Eco eerst positief is over de uitgevoerde werkzaamheden, maar dan ineens op 15 oktober 2021 het bericht stuurt zoals weergegeven onder 2.4.
4.3.
Vanaf dat moment was het [eiser] dus niet langer toegestaan om schilderwerkzaamheden uit te voeren in het pand van Go-Eco. In een appbericht van 23 november 2021 reageert Go-Eco als volgt:
Het zit me echt niet lekker dat we elkaar niet meer spreken. Ik snap t als je boos of teleurgesteld bent. Dat laatste appje van mij was veels te hard. Ik was ook moe, overwerkt en een beetje teleurgesteld in het tempo van het schilderwerk en heel wat gezeik aan mn kop en dat heb ik te veel op jou geventileerd. Hierbij mijn excuses daarvoor (…)Yvonne schiet al aardig op met het schilderwerk (…)
4.4.
De kantonrechter begrijpt dat een deel van de door [eiser] bij dagvaarding overgelegde whatsapp communicatie (waarop onder aan de pagina ‘vr 26 nov.’ staat vermeld) een reactie is op het hiervoor aangehaalde appbericht van Go-Eco van 23 november. Partijen komen overeen om met elkaar in gesprek te gaan over een goede en eerlijke oplossing, maar dit heeft blijkbaar niet tot overeenstemming geleid.
4.5.
In een whatsappbericht (bij dagvaarding) waarop geen datum vermeld is staat:
Alle binnenwerk….
17.660,-
Is nu 35% van € 17.660,- betaald (€ 6181,- ex) dus later nog factuur van 35% a € 6181,- ex
Laatste rek. binnen ook BM betalen….
Is dus 30%: € 5298,-BM
Buitenom nog te betalen:
8000,- (- 2800,- -2800,- - 900,-) = € 1500 BM
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit het voorgaande afdoende dat er zowel voor schilderwerkzaamheden binnen als buiten het pand door Go-Eco opdracht is gegeven aan [eiser]. Dit valt ook af te leiden uit de omstandigheid dat Go-Eco ter onderbouwing van haar stelling dat zij het totaalbedrag vermeld op de prijsopgave,
€ 21.368,50, volledig heeft betaald, bankafschriften heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij in de periode 8 juni 2021 t/m 3 augustus 2021 in totaal € 21.734,02 heeft betaald. Go-Eco heeft dus meer betaald dan het totaalbedrag van de volgens haar stelling enige offerte, maar heeft voor dit verschil geen verklaring gegeven. Zeker in het licht van het hiervoor in r.o. 4.5 aangehaalde whatsappbericht wordt er ook om die reden van uitgegaan dat er daadwerkelijk meerdere opdrachten aan [eiser] zijn verstrekt.
4.7.
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden welk bedrag nog onbetaald is gebleven. [eiser] heeft een vordering ter hoogte van € 5.203,- aan hoofdsom uit handen gegeven aan Juristu Incassodiensten die Go-Eco op 28 januari 2022, 1 februari 2022 en 6 februari 2022 heeft aangemaand tot betaling van die hoofdsom.
4.8.
In de dagvaarding stelt [eiser] dat de hoofdsom geen € 5.203,- bedraagt, maar
€ 9.846,98 en verklaart [eiser] dat hij er ten tijde van de aanmaningen nog van uit ging dat Go-Eco haar toezeggingen over de door Go-Eco voor [eiser] uit te voeren werkzaamheden nog zou nakomen, wat niet is gebeurd, zodat geen verrekening plaatsvindt. Hoe hij vervolgens op het bedrag van € 9.846,98 komt heeft hij echter onvoldoende inzichtelijk gemaakt.
4.9.
Go-Eco heeft betwist dat zij (promotie)werkzaamheden zou uitvoeren voor [eiser], hoewel de offerte voor die werkzaamheden voldoende blijkt uit de overgelegde whatsappberichten tussen partijen. Gelet op de stelling van [eiser] en de betwisting door Go-Eco van het bestaan van die afspraak moet ervan worden uitgegaan dat Go-Eco die werkzaamheden in ieder geval niet heeft uitgevoerd, zodat er ook geen grond voor verrekening meer bestaat. Daar staat echter tegenover dat uit de overgelegde whatsappcorrespondentie ook blijkt dat [eiser] niet in staat is gesteld alle werkzaamheden af te ronden, omdat hem de toegang tot het pand verder werd ontzegd en Go-Eco het schilderwerk zelf heeft afgemaakt. Het minderwerk dat daarvan het gevolg is geweest heeft [eiser] niet verwerkt in zijn vordering.
4.10.
Op grond van hetgeen hiervoor in r.o. 4.8 en 4.9 is overwogen ziet de kantonrechter aanleiding te oordelen dat Go-Eco nog slechts het bedrag waarvoor zij is aangemaand,
€ 5.203,-, aan [eiser] moet betalen. Het meerdere is door [eiser] onvoldoende onderbouwd. De gevorderde wettelijke handelsrente vanaf de datum van de dagvaarding, 25 oktober 2022, kan worden toegewezen over het toegewezen bedrag.
4.11.
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen tot € 635,15, zijnde de maximale vergoeding die overeenkomstig het Besluitvergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten redelijk wordt geacht bij het toegewezen bedrag.
4.12.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] gedeeltelijk zal toewijzen.
4.13.
De proceskosten komen voor rekening van Go-Eco, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt.
4.14.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Go-Eco tot betaling aan [eiser] van € 5.203,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 25 oktober 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt Go-Eco tot betaling aan [eiser] van € 635,15 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt Go-Eco tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 108,41
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 660,00 ;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter