ECLI:NL:RBNHO:2023:4818

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
24 mei 2023
Zaaknummer
10024883 \ CV EXPL 22-4516
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake terugbetaling vliegtickets na annulering door vervoerder

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door mr. R. Bos van Aviclaim, een vordering ingesteld tegen de vervoerder PT Garuda Indonesia (Persero) Tbk, vertegenwoordigd door mr. M. Lustenhouwer, wegens de annulering van hun vlucht en de daaropvolgende weigering van de vervoerder om restitutie van de vliegtickets te verlenen. De passagiers hebben op 18 juli 2022 een dagvaarding ingediend, waarop de vervoerder schriftelijk heeft geantwoord. De passagiers hebben hierop gereageerd, waarna de vervoerder opnieuw schriftelijk heeft gereageerd.

De passagiers vorderen een bedrag van € 3.477,45, vermeerderd met wettelijke rente, en € 472,74 aan buitengerechtelijke incassokosten, alsook de proceskosten. De basis voor hun vordering is de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie en bijstand aan luchtreizigers regelt bij annulering van vluchten. De passagiers stellen dat de vervoerder verplicht is om de ticketprijs terug te betalen, omdat de vlucht geannuleerd is.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechter heeft de stelling van de passagiers dat de vlucht is geannuleerd als onvoldoende weersproken aangenomen, maar heeft ook opgemerkt dat het aan de passagiers is om te onderbouwen dat de annulering door de vervoerder heeft plaatsgevonden. De vervoerder heeft betwist dat de annulering door hen is gedaan en heeft gesuggereerd dat de passagiers zelf de annulering hebben veroorzaakt.

De kantonrechter heeft de passagiers in de gelegenheid gesteld om hun stelling te onderbouwen en heeft verdere beslissingen aangehouden. De uitspraak is gedaan op 10 mei 2023 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10024883 \ CV EXPL 22-4516
Uitspraakdatum: 10 mei 2023
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2. [eiser 2]

3. [eiser 3]

allen wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. R. Bos (Aviclaim)
rolgemachtigde mr. A.Y. Lai
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
PT Garuda Indonesia (Persero) Tbk (Garuda Indonesia)
gevestigd te Jakarta Pusat (Indonesië)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 18 juli 2022 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Passagier sub 2 heeft bij D-Reizen voor zichzelf en vier anderen vliegtickets geboekt voor de volgende vier vluchten:
op 20 juli 2020, Amsterdam-Schiphol Airport – Jakarta, vlucht GA89,
op 23 juli 2020, Jakarta - Yogyakarta, vlucht GA210,
op 6 augustus 2020, Yogyakarta – Jakarta, vlucht GA209
op 9 augustus 2020 Jakarta – Amsterdam-Schiphol Airport, vlucht GA88.
2.2.
De passagiers hebben restitutie van een deel van de vliegtickets gevorderd van de vervoerder.
2.3.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 3.477,45, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf zeven dagen na annulering, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 472,74 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente; - de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht op grond van artikel 5 lid 1 sub a jo artikel 8 lid 1 sub a gehouden tot terugbetaling van de door de passagiers betaalde ticketprijs.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
De vordering
4.2.
Ter beoordeling staat de vraag of de passagiers terugbetaling van de door hen aan D-Reizen betaalde ticketprijs van de vervoerder kunnen vorderen op grond van de Verordening, ondanks dat de vervoerder dit bedrag (op grond van zijn contractuele relatie) al heeft gerestitueerd aan Airtrade dan wel D-Reizen. De kantonrechter overweegt als volgt.
De annulering van de vlucht
4.3.
De vervoerder heeft de stelling van de passagiers dat de vlucht is geannuleerd onvoldoende weersproken, zodat het ervoor wordt gehouden dat de vlucht is geannuleerd.
4.4.
Op grond van de Verordening kunnen passagiers recht hebben op restitutie van de betaalde vliegtickets bij annulering van de vlucht. Voorwaarde hiervoor is onder meer dat de vervoerder tot annulering van de vlucht is overgegaan. Indien de passagiers eerst tot annulering zijn overgaan beschikken zij immers niet meer over een bevestigde boeking voor de vlucht, in de zin van de Verordening. Het is aan de passagiers om te stellen en te onderbouwen dat de vlucht daadwerkelijk door de vervoerder is geannuleerd. De passagiers stellen dit wel maar hebben dit niet onderbouwd, waarop deze stelling niet zuiver (en zonder nadere onderbouwing) door de vervoerder is betwist. De vervoerder voert aan dat niet uit te sluiten valt dat de passagiers de reis zelf hebben geannuleerd, omdat Indonesië de grenzen had gesloten voor niet ingezetene. Het is dan ook volgens de vervoerder mogelijk dat de passagiers zelf niet langer wensten te reizen en de boeking als gevolg hiervan hebben geannuleerd. Evenmin hebben de passagiers onderbouwd dat aan hen is meegedeeld dat de vlucht is geannuleerd, aldus de vervoerder. D-reizen heeft de vliegtickets geboekt bij Airtraide en Airtrade heeft de tickets via Amadeus geboekt bij de vervoerder. Vervolgens is de boeking door Airtrade geannuleerd, aldus nog steeds de vervoerder.
4.5.
Gelet op bovenstaande zullen de passagiers nog in de gelegenheid worden gesteld om hun stelling dat de vlucht (eerst) is geannuleerd door de vervoerder te onderbouwen. Vervolgens zal de vervoerder nog in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren.
4.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
stelt de passagiers in de gelegenheid om voor de rol van
7 juni 2023hun stelling te onderbouwen dat de vlucht door de vervoerder is geannuleerd;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter