In deze zaak heeft de betrokkene, geboren in 2001, verzocht om ontslag van haar moeder als mentor en bewindvoerder. De moeder, geboren in 1979, heeft ingestemd met dit verzoek en heeft aangegeven dat zij zich wil richten op een toekomst zonder haar dochter. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder een bereidverklaring van de voorgestelde nieuwe bewindvoerders, en heeft op 24 mei 2023 een mondelinge behandeling gehouden. Tijdens deze zitting waren de betrokkene, haar begeleidster, een maatschappelijk ondersteuner en de moeder aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er eerder een bewind en mentorschap was ingesteld over de betrokkene vanwege haar geestelijke en lichamelijke toestand. De betrokkene heeft aangevoerd dat het contact met haar moeder is verbroken en dat haar financiën stagneren. De moeder heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat zij veel problemen heeft ondervonden door het gedrag van haar dochter, dat beïnvloed is door haar cognitieve beperking. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de moeder tekort is geschoten in haar rol als bewindvoerder, omdat zij geen inzicht heeft gegeven in de financiën van de betrokkene.
De kantonrechter heeft het verzoek tot ontslag van de moeder toegewezen en de voorgestelde nieuwe bewindvoerders benoemd. Tevens heeft de kantonrechter de nieuwe bewindvoerders en mentoren de opdracht gegeven om te werken aan herstel van het contact tussen de betrokkene en haar moeder. De kantonrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beloning van de bewindvoerders vastgesteld. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.