Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Stichting Ymere in april 2022 een voorstel tot huurverhoging aan de gedaagde gestuurd, met de ingangsdatum van 1 juli 2022. De gedaagde heeft hierop niet gereageerd. Volgens de wet dient een verhuurder, om de huurverhoging te realiseren, de huurder binnen drie maanden na de ingangsdatum van het voorstel per aangetekende brief te herinneren. De kantonrechter oordeelt dat Ymere deze herinneringsbrief pas op 6 oktober 2022 heeft verstuurd, wat buiten de wettelijke termijn valt. Hierdoor heeft het oorspronkelijke voorstel tot huurverhoging zijn effect verloren en blijft de oude huurprijs van € 762,68 gelden.
Ymere vordert in deze procedure betaling van een huurachterstand van € 859,86, die voortvloeit uit de maanden februari tot en met november 2022. De kantonrechter stelt vast dat de gedaagde over deze periode een huurachterstand heeft van € 253,72, die wordt toegewezen. De vordering van Ymere tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. De kantonrechter compenseert de proceskosten tussen partijen, aangezien beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld. De wettelijke rente over het toegewezen bedrag wordt toegewezen, omdat de gedaagde hiertegen geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd.