(a) de ten laste van Wolsden B.V. en de heer [A.] gelegde beslagen op te heffen, en
(b) ten aanzien van de gelegde beslagen op onroerende zaken te zorgen voor doorhaling van het in de openbare registers ingeschreven proces-verbaal van inbeslagneming, een en ander op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per dag dat Phorcys B.V. niet (volledig) aan deze veroordeling voldoet, alsmede
(a) het origineel van de door Van Lanschot N.V. ten gunste van Phorcys B.V. gestelde bankgarantie d.d. 15 december 2020 terug te geven aan Van Lanschot N.V., althans
(b) volledige medewerking te verlenen aan een verlaging van de bankgarantie tot nihil,
met zowel bij (a) als (b) onder toevoeging dat Phorcys B.V. aan Van Lanschot N.V. een schriftelijke, door Phorcys B.V. ondertekende verklaring toezendt waarin Phorcys B.V. verklaart afstand te doen van alle rechten voortvloeiende uit de bankgarantie en toezegt daarop geen aanspraak meer te zullen maken,
een en ander op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per dag dat Phorcys B.V. niet aan deze veroordeling uit hoofde van dit onderdeel (i) sub 2 (a) of (b) van het petitum voldoet;
althans subsidiair:
Phorcys B.V. te veroordelen om, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis,
(a) het origineel van de door Van Lanschot N.V. ten gunste van Phorcys B.V. gestelde bankgarantie d.d. 15 december 2020 terug te geven aan Van Lanschot N.V., althans
(b) volledige medewerking te verlenen aan een verlaging van de bankgarantie
tot nihil,
met zowel bij (a) als (b) onder toevoeging dat Phorcys B.V. aan Van Lanschot N.V. een schriftelijke, door Phorcys B.V. ondertekende verklaring toezendt waarin Phorcys B.V. verklaart afstand te doen van alle rechten voortvloeiende uit de bankgarantie en toezegt daarop geen aanspraak meer te zullen maken,
een en ander op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per dag dat Phorcys B.V. niet aan deze veroordeling uit hoofde van (ii) (a) of (b) voldoet;
(ii) Phorcys B.V. te verbieden om per de datum van dit vonnis nieuwe conservatoire beslagen te leggen in verband met de vermeende vordering die Phorcys B.V. op Wolsden B.V. en de heer [A.] meent te hebben, zoals omschreven in par 2.1 t/m 2.11 van deze dagvaarding, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per overtreding, vermeerderd met € 100.000,- per dag voor elke dag of elk dagdeel dat Phorcys B.V. het verbod overtreedt;
(iii) Phorcys B.V. te veroordelen om, binnen drie dagen dit vonnis, een bedrag van € 283.784,98, althans een bedrag van € 141.868,76, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag aan Wolsden c.s. te betalen op het bij lgvo bekende bankrekeningnummer van Wolsden c.s.;
(iv) Phorcys B.V. te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 173,-, indien betekening van dit vonnis achterwege kan blijven en ten bedrage van € 263,-, indien betekening hiervan noodzakelijk blijkt, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis en, voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.