ECLI:NL:RBNHO:2023:5427

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
10104294 \ CV EXPL 22-5584
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en vergoeding van deskundigenkosten wegens geluidsoverlast in huurwoning

In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaats 1], een vordering ingesteld tegen gedaagde 1 c.s. wegens geluidsoverlast die hij ervaart vanuit de bovenwoning. De vordering is ingesteld op 13 september 2022 en betreft een verzoek om schadevergoeding en vergoeding van deskundigenkosten. Eiser stelt dat de geluidsoverlast onrechtmatig is en heeft een deskundige ingeschakeld om de overlast te meten. De deskundige heeft een rapport opgesteld waarin wordt geconcludeerd dat de geluiden die eiser ervaart, zoals loopgeluiden en stemgeluiden, regelmatig meetwaarden bereiken die als hinderlijk kunnen worden gekwalificeerd. Eiser vordert een bedrag van € 966,79 aan deskundigenkosten, € 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding en € 673,34 aan buitengerechtelijke incassokosten.

Gedaagde 1 c.s. betwist de vordering en stelt dat er geen sprake is van onrechtmatige geluidshinder. Zij voeren aan dat de geluiden die eiser ervaart, normale leefgeluiden zijn en dat de geluidsoverlast niet kan worden toegeschreven aan hun handelen. De kantonrechter heeft op 7 juni 2023 uitspraak gedaan en geoordeeld dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van ernstige, structurele en objectiveerbare geluidsoverlast. De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten.

De kantonrechter benadrukt dat niet alle vormen van hinder onrechtmatig zijn en dat de beoordeling van geluidsoverlast afhankelijk is van de aard, ernst en duur van de hinder. In dit geval is vastgesteld dat de geluidsoverlast niet zodanig ernstig is dat deze als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De proceskosten zijn voor rekening van eiser, omdat hij ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10104294 \ CV EXPL 22-5584
Uitspraakdatum: 7 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser]

wonende te [plaats 1]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. O. Saaliti
tegen

1.[gedaagde 1]

2.
[gedaagde 2]
ten tijde van de dagvaarding wonende te [plaats 1], thans wonende te [plaats 2]
gedaagde
verder in enkelvoud te noemen: [gedaagde 1] c.s.
gemachtigde: mr. S.J. Sattler

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 13 september 2022 een vordering tegen [gedaagde 1] c.s. ingesteld. [gedaagde 1] c.s. heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 15 mei 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij akte van 3 mei 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 1] c.s. huurde van 1 oktober 2019 tot en met 8 oktober 2022 de woning aan de [adres 1] te [plaats 1]. Deze woning bevindt zich boven de woning van [eiser] ([adres 2]). [eiser] woont hier vanaf maart 2020.
2.2.
Partijen hebben meerdere malen contact met elkaar gehad in verband met geluidsoverlast.
2.3.
De (onder)vloer van de woning van [gedaagde 1] c.s. voldoet aan de geldende geluidsvoorschriften.
2.4.
Op verzoek van (de gemachtigde van) [eiser] is Bewijsrapportage verzocht om met behulp van een overlastmodule een indicatieve overlastmeting uit te voeren. Dit met als doel om vast te stellen wat het niveau van het (hinderlijke) geluid is. Om het geluid en de intensiteit vast te leggen is een overlastmodule geplaatst, in de woonkamer van [eiser], die gedurende zeven dagen (van 28 april 2022 tot en met 6 mei 2022) de gehele dag de geluidwaarde die in de ruime aanwezig was heeft gemeten. Bewijsrapportage heeft hiervan een rapport (hierna: het rapport) opgesteld. In het rapport staat onder meer;
“(…) Uit de meetdata en grafieken van diverse fragmenten blijkt dat de LAeq (gemiddeld geluidsniveau tijdens een meting) een uitkomst geeft tussen de 29 en 31,8 dB(A). De piekgeluiden (LAFMAX) komen meervoudig ruim boven de 40 dB(A), met uitschieters in de nabijheid van de 50 dB(A). Op basis van hetgeen is waargenomen tijdens het beluisteren van de fragmenten en de persoonlijke waarneming van Lasonder op locatie is vastgesteld dat de geluiden die [eiser] ervaart loopgeluiden, gebonk en stemgeluid van de bovenburen betreft.
Bij beoordeling van het waargenomen geluid is de geluidklasse indeling volgens de NEN 1070-1999 van toepassing. Als het losse apparaten of gedrag van de buren wordt veelal getoetst aan het normsysteem burenlawaai. Zie hiervoor de leeswijzer met betreffende tabel.
De NEN 1070-1999 en normstelling burenlawaai stelt onder andere; Meetwaarde in dB > 35 = klasse 03 “Gehorig”
Omschrijving
“Iets teveel geluidhinder. Lawaaiig gedrag of matige geluidsisolatie. Spraak en muziek is vaak hoorbaar. Loopgeluiden zijn veelal hinderlijk. Enige aantasting woongenot.”
Conclusie
Gesteld wordt dat het geluid wat opgenomen is door [eiser] en beluisterd door Lasonder gestommel, bonkgeluid, schuiven met meubilair, rennende en gillende kinderen alsmede gesprekken van volwassenen betreft. Regelmatig, meer dan incidenteel, worden meetwaarden bereikt van > 35 dB(A).
Mensen en dieren produceren leefgeluid. Dit zijn normale geluiden zoals bijvoorbeeld deuren die worden dichtgedaan, blaffende honden, spelende kinderen en douche- of toiletgeluiden. Het is veelal niet mogelijk leefgeluid te voorkomen. Onrechtmatig is in het algemeen (geluids)hinder die vermijdbaar is en aanmerkelijk verdergaat dan hinder of leefgeluid wat een normaal, dagelijks leefpatroon mee brengt.
Uit de beluisterde geluidsfragmenten blijkt dat sprake is van vermijdbaar geluid in de zin van geluidsoverlast door bewust handelen. Meetdata uit steekproeven tonen hinder van geluid aan.
Dit betreft voornamelijk bonkgeluid, vallende voorwerpen op de vloer, rennende kinderen (contactgeluid), gillende kinderen. Met het gebonk, het laten vallen van voorwerpen op de vloer, het rennen en gillen van kinderen wordt onvoldoende rekening gehouden met het wooncomfort van [eiser]. Het gemeten geluidsniveau is vermijdbaar en verwijtbaar. De waarnemingen zijn geen incidenten maar worden waargenomen gedurende de gehele meetperiode. Er is geen aanwijzing dat [eiser] buitengewoon geluidgevoelig is en volgens [eiser] was de situatie representatief tijdens de meetperiode. Het geluid wat zich manifesteert in de geluidsfragmenten kan hoofdzakelijk worden teruggebracht in de categorie “contactgeluid en luchtgeluid”. (…)”

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert - na wijziging van eis - dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde 1] c.s. veroordeelt tot betaling van € 966,79 aan deskundigenkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2022, € 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding, € 673,34 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag - kort weergegeven - dat [gedaagde 1] c.s. dusdanig veel onaanvaardbare (geluids)overlast veroorzaakt dat [gedaagde 1] c.s. onrechtmatig tegenover [eiser] handelt. Er is sprake van onredelijke hinder vanwege grensoverschrijdende geluiden. Uit de overgelegde rapportage volgt dat de geluidsoverlast mede wordt veroorzaakt door slechte isolatie, maar ook door vermijdbaar geluid in de zin van geluidsoverlast door bewust handelen van [gedaagde 1] c.s. Het betreft voornamelijk bonkgeluid, vallende voorwerpen op de vloer, contactgeluid en rennende en gillende kinderen.
3.3.
Ter vaststelling van de aansprakelijkheid heeft [eiser] een onafhankelijke deskundige ingeschakeld om een geluidsonderzoek uit te laten voeren. Deze kosten ter hoogte van € 966,79 dienen voor rekening van [gedaagde 1] c.s. te komen. Vanwege de stelselmatige geluidshinder heeft [eiser] psychische schade opgelopen. [gedaagde 1] c.s. dient daarom een bedrag van € 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding te voldoen. [eiser] heeft in de buitengerechtelijke fase veelvuldig met [gedaagde 1] c.s. gecorrespondeerd. Deze investeringen hebben tijd en geld gekost. [gedaagde 1] c.s. is dan ook eveneens een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde 1] c.s. betwist de vordering. Hij voert aan - samengevat - dat geen sprake is van onrechtmatig geluidshinder. Het gehele appartementencomplex wordt door de bewoners als gehorig ervaren. [gedaagde 1] c.s. heeft vloerkleden in de woning gelegd en droeg binnenshuis alleen pantoffels om de geluiden zoveel mogelijk te dempen. De geluiden die [eiser] hoort in zijn woning hoort [gedaagde 1] c.s. ook. Dit zijn gewone leefgeluiden en de meeste leefgeluiden waar [eiser] op doelt waren niet afkomstig vanuit de woning van [gedaagde 1] c.s. [eiser] woont net zoals [gedaagde 1] c.s. naast het (gehorige) trappenhuis. Verder is de geluidsrapportage die op verzoek van [eiser] is opgesteld ondeugdelijk. De meetmethode is onduidelijk. Uit het rapport volgt niet hoe kan worden vastgesteld dat de geluiden die zijn gemeten uit het appartement van [gedaagde 1] c.s. komen. Uit het rapport volgt dat een aantal gemeten geluiden niet uit het appartement van [gedaagde 1] c.s. kunnen komen. De zoon van [gedaagde 1] c.s. was destijds vier maanden en kon nog niet praten, lopen en rennen. De jonge kinderen van de onderburen konden dit al wel. Ook spreekt [gedaagde 1] c.s. geen Nederlands dus waargenomen (Nederlandse) stemgeluiden kunnen niet van hem zijn.
4.2.
Voorts is geen sprake van psychisch letsel dat zich leent voor toekenning van schadevergoeding. De stressklachten van [eiser] kunnen niet objectief worden herleid tot de vermeende geluidsoverlast. Daarbij is het gevorderde bedrag exorbitant en de hoogte wordt op geen enkele wijze onderbouwd.

5.De beoordeling

5.1.
Het geschil draait om de vraag of sprake is van zodanige geluidsoverlast (hinder) dat dit (i) onrechtmatig handelen (ii) van [gedaagde 1] c.s. jegens [eiser] oplevert. Niet alle vormen van hinder zijn onrechtmatig. Of dit zo is, moet per geval worden beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval (zie HR 3 mei 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0235, NJ 1991/476)
5.2.
[gedaagde 1] c.s. heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van onrechtmatig geluidshinder. Het ligt dan ook op de weg van [eiser] om voldoende te stellen, en zo nodig te bewijzen dat sprake is van zodanige ernstige geluidsoverlast door [gedaagde 1] c.s. dat die geluidsoverlast als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het wonen in boven elkaar gelegen woningen een zeker mate van, in het algemeen maatschappelijk verkeer aanvaardbare, overlast oplevert, die (boven)buren van elkaar hebben te dulden.
5.3.
[eiser] stelt dat hij dagelijks en bij herhaling geluidoverlast heeft ervaren in de periode van maart 2020 tot en met 8 oktober 2022 van [gedaagde 1] c.s. Ter onderbouwing verwijst hij naar het rapport. Verder heeft [eiser] een USB-stick overgelegd met geluidsopnames. [eiser] betoogt dat de geluidsoverlast dusdanig is dat zijn woongenot ernstig is verstoord en dat hij als gevolg hiervan kapt met psychische klachten.
5.4.
In het rapport wordt gesproken over vermijdbaar geluid in de zin van geluidsoverlast door bewust handelen. Dit wordt betwist. Hoe is vastgesteld dat sprake is van vermijdbaar geluid wordt uit het rapport niet duidelijk en ook [eiser] kan dit ter zitting niet nader toelichten. In het rapport wordt verder geconcludeerd dat het geluid dat door [eiser] is opgenomen regelmatig meetwaarden bereikt van > 35 dB(A). Daarbij wordt opgemerkt dat uit de NEN 1070-1999 normstelling burenlawaai volgt dat de meetwaarde dB > 35 = klasse 03 als gehorig kwalificeert. Het betreft volgens het rapport:
“Iets teveel geluidhinder. Lawaaiig gedrag of matige geluidsisolatie. Spraak en muziek is vaak hoorbaar. Loopgeluiden zijn veelal hinderlijk. Enige aantasting woongenot.”
5.5.
Hoewel op grond van het rapport vaststaat dat [eiser] geluiden hoort vanuit de woning van [gedaagde 1] c.s. staat daarmee niet vast dat de ervaren geluidsoverlast zodanig ernstig is, dat die overlast rechtens als onrechtmatig moet worden beschouwd. De geluidsoverlast moet namelijk niet alleen in de subjectieve beleving van [eiser] bestaan, maar ook naar objectieve maatstaven kunnen worden vastgesteld. Deze conclusie kan niet worden getrokken uit het rapport. Dit tezamen met de gemotiveerde betwisting van [gedaagde 1] c.s. dat alle gemeten geluiden vanuit de woning van [gedaagde 1] c.s. afkomstig zijn wordt tot de conclusie gekomen dat onvoldoende is gesteld en gebleken dat sprake is van geluidsoverlast die valt te kwalificeren als ernstige, structurele en objectiveerbare overlast waardoor [eiser] met succes [gedaagde 1] c.s. zou kunnen aanspreken. De kantonrechter zal dan ook de vorderingen van [eiser] afwijzen.
5.6.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat ook indien zou komen vast te staan dat sprake is van geluidsoverlast die te kwalificeren is als ernstige, structurele en objectiveerbare overlast, op geen enkele wijze is komen vast te staan dat er causaal verband is tussen de geluidsoverlast en de geestelijke gesteldheid van [eiser]. Zoals [gedaagde 1] c.s. ter zitting terecht heeft opgemerkt kan een vaststelling van een huisarts/psycholoog dat [eiser] naar eigen zeggen stress ervaart vanwege geluidsoverlast niet tot de conclusie leiden dat de symptomen die [eiser] ervaart daadwerkelijk het gevolg zijn van ernstige geluidsoverlast die door [gedaagde 1] c.s. zou worden veroorzaakt.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde 1] c.s. worden vastgesteld op een bedrag van € 660,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde 1] c.s.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter