ECLI:NL:RBNHO:2023:5429

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
10461052 \ VV EXPL 23-45
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens structurele overlast door huurder

In deze zaak heeft de stichting Velison Wonen, als verhuurder, de huurder [gedaagde] gedagvaard wegens structurele en ernstige overlast die zij sinds juni 2022 veroorzaakt. De huurovereenkomst tussen partijen dateert van 7 november 2012 en bevat bepalingen die de huurder verplichten om geen overlast te veroorzaken. Velison heeft meerdere meldingen van omwonenden ontvangen over geluidsoverlast, bedreigingen en provocerend gedrag van [gedaagde]. De politie heeft in een rapportage 32 incidenten gedocumenteerd die de overlast bevestigen. Ondanks eerdere gesprekken en een zorgmachtiging voor [gedaagde], heeft de situatie niet verbeterd. Velison vordert in kort geding ontruiming van de woning van [gedaagde] binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van spoedeisend belang en dat de overlast ernstig en structureel is. De vordering wordt toegewezen, met een termijn van 14 dagen voor ontruiming. De kosten van de procedure komen voor rekening van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10461052 \ VV EXPL 23-45
Uitspraakdatum: 23 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Velison Wonen
gevestigd te IJmuiden, gemeente Velsen
eiseres
verder te noemen: Velison
gemachtigde: mr. G.P. Poiesz
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats], gemeente [gemeente]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M. Baadoudi, waargenomen ter zitting door mr. L. Stolk-Hogeterp

1.Het procesverloop

1.1.
Velison heeft [gedaagde] op 26 april 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 mei 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] bij e-mail van 2 mei 2023 stukken toegezonden. Velison heeft vervolgens bij akten van 4 mei en 8 mei 2023 nog stukken overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Tussen Velison (als verhuurder) en [gedaagde] (als huurder) is met ingang van 7 november 2012 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan de [adres 1] [plaats] (hierna: de woning). Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van 30 september 2003 van toepassing verklaard. Daarin staat dat de huurder het gehuurde zal gebruiken als een goed huurder betaamt (artikel 6.3.) en dat huurder ervoor dient zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of derden (artikel 6.6.).
2.2.
Sinds juni 2022 ontvangt Velison overlastmeldingen van omwonenden over [gedaagde]. De overlastmeldingen zien onder andere op (nachtelijk) geluidsoverlast door het afspelen van harde muziek, schelden, schreeuwen, bedreigen en provoceren. De omwonenden hebben daarbij meerdere malen de hulp van de politie ingeroepen.
2.3.
Op 24 maart 2023 heeft de Politie Eenheid Noord-Holland, Basisteam IJmond een bestuurlijke rapportage opgesteld. In deze rapportage zijn 32 incidenten opgenomen van op en rondom de woning van [gedaagde] in de periode vanaf 24 juni 2022 tot en met vrijdag 24 maart 2023. Ten aanzien van een aantal meldingen dient te worden vermeld dat de politie ter plaatse geen overlast (meer) heeft geconstateerd. Hieronder zijn een aantal passages uit de rapportage opgenomen.

(…)Zondag 26 juni 2022, omstreeks 14.00 uur
Melding van bewoners [adres 2]. [gedaagde] zou de buren uitschelden in de voortuin. De politie heeft ter plaatse getracht een gesprek te voeren met [gedaagde]. [gedaagde] was echter recalcitrant en wilde niet in gesprek met de politie. Vervolgens ging zij provocerend in haar voortuin zitten.
(…)
Woensdag 13 juli 2022, omstreeks 09.50 uur
Melding dat de buren [adres 2] wederom werden uitgescholden door [gedaagde]. De politie heeft ter plaatse gesproken met diverse buurtbewoners. Die gaven allemaal aan last te hebben van het provocerende en uitermate vervelende gedrag van [gedaagde]. Bewoners [adres 2] hebben aan de politie ter plaatse diverse geluidsopnames laten horen. Hierop was te horen dat [gedaagde] aan het schelden was. Zo was er onder andere te horen “”een paal je reet in schuiven, je neersteken en leeg laten bloeden, mijn harige tieten laten zien dat vind je lekker” en meer scheldwoorden gevoegd met kanker.
(…)
Woensdag 31 augustus 2022, omstreeks 19.50 uur
Melding dat [gedaagde] aan het schreeuwen en gillen was. De politie heeft ter plaatse met [gedaagde] gesproken. Zij wilde de politie niet binnen laten en gaf aan dat er niets aan de hand was. Zij zou worden lastiggevallen door haar buren, [adres 2]. De politie zag haar vervolgens via het raam binnen in de woning staan. Zij maakte met haar armen rare vliegbewegingen.
Kort hierna volgde een nieuwe melding. [gedaagde] zou met haar fiets tegen bewoonster [adres 2] aangereden zijn. [gedaagde] zou haar buren ervan beschuldigen dat zij haar willen vermoorden. De politie heeft ter plaatse weer met [gedaagde] gesproken. [gedaagde] gaf tijdens het gesprek aan dat zij was aangevallen door haar buren. Vervolgens begon zij de politie uit te schelden en ging zij haar woning weer binnen. De politie heeft ter plaatse de crisisdienst gebeld en overleg met hen gehad
(…)
Zondag 11 september 2022, omstreeks 16:00 uur
Melding dat [gedaagde] aan het schreeuwen en schelden was. De politie heeft ter plaatse gesproken met [gedaagde]. Zij vertoonde verward gedrag en had het onder andere over oorlog, Roemenen en een systematisch systeem dat huizen in [plaats] over aan het nemen zou zijn. De politie heeft ter plaatse wederom een melding gemaakt bij de crisisdienst.
(…)
Vrijdag 16 december 2022, omstreeks 03:20 uur
Melding van beide directe buren van [gedaagde]. Zij zou enorm aan het schreeuwen zijn. De politie wilde ter plaatse in gesprek gaan met [gedaagde].
Zij wilde echter niet de deur openen en bleef maar schreeuwen. Hierop heeft de politie haar een proces-verbaal gegeven voor nachtrumoer.
(…)
Vrijdag 23 december 2022, omstreeks 02:45 uur
Melding geluidsoverlast van [gedaagde]. Zou gaan om harde muziek en schreeuwen. De politie zag [gedaagde] ter plaatse rustig op de bank tv kijken. Zij wilden met haar in gesprek gaan maar zij wilde de deur niet openen.
(…)
Woensdag 1 maart 2023, omstreeks 18:45 uur
Reeks van drie meldingen overlast afkomstig van [gedaagde]. De meldkamer kon tijden het telefonisch gesprek met de melder het geschreeuw horen van [gedaagde]. De politie heeft [gedaagde] ter plaatse een bekeuring aangezegd voor burengerucht.
(…)
Vrijdag 10 maart 2023, omstreeks 21:15 uur
Melding geluidsoverlast van [gedaagde]. Zou gaan om harde muziek en schreeuwen. De politie heeft ter plaatse getracht een gesprek te voeren met [gedaagde]. Dit was moeizaam omdat zij onder invloed was van alcohol en niet meewerkend was.
Afsluiting
“(…)
Op grond van bovengenoemde kan gesteld worden dat er vanaf 24 juni 2022 tot en met vrijdag 24 maart 2023 sprake is geweest van meerdere overlastmeldingen en incidenten in en rondom het perceel aan de Dolfijnstraat 61 te [plaats], waar [gedaagde] in alle gevallen bij betrokken was. Het woongenot van omwonenden is daardoor geschaad. Op vrijdag 16 december 2022, woensdag 1 maart 2023 en donderdag 2 maart 2023 trad de politie verbaliserend op tegen geluidshinder danwel nachtrumoer veroorzaakt door [gedaagde]. (…)
2.4.
Bij beschikking van 2 december 2022 is een zorgmachtiging, met vormen van verplichte zorg, ten aanzien van [gedaagde] verleend.

3.De vordering

3.1.
Velison vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening:
I. [gedaagde] veroordeelt om binnen zeven dagen, althans een termijn die de kantonrechter juist voorkomt, na betekening van het vonnis de woning aan de [adres 1] [plaats] met al het hare en de haren te (laten) ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking te stellen aan Velison;
II. [gedaagde] veroordeelt, indien niet vrijwillig aan het gevorderde onder I wordt voldaan en Velison de ontruiming van inschakeling van een gerechtsdeurwaarder zelf heeft bewerkstelligd, de kosten van de ontruiming aan Velison te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming;
III. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten inclusief de nakosten en de betekeningskosten vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Velison legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] vanaf juni 2022 structureel ernstige en onaanvaardbare overlast veroorzaakt en daarmee toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst, artikel 6.6 van de algemene huurvoorwaarden en artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarnaast zijn de gedragingen van [gedaagde] onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW, waardoor Velison schade lijdt. Velison heeft zich immers ten opzichte van haar (andere) huurders verplicht om hen een rustig huurgenot te verschaffen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij gedurende langere periode, te weten tien jaar, zonder noemenswaardige problemen in de woning heeft gewoond. [gedaagde] betwist de klachten van omwonenden. Een aantal omwonenden spant tegen haar samen. Er zijn veel onterechte meldingen van overlast bij Velison en de politie gedaan. Het negatieve gedrag van [gedaagde] is een reactie op de pesterijen van de buren aan haar adres. Er is een conflict met de buren en zij lijken alles aan te grijpen om te kunnen klagen over [gedaagde]. Er zijn ook omwonenden die bevestigen dat [gedaagde] geen overlast veroorzaakt. Van structurele zeer ernstige overlast is geen sprake.
4.2.
Velison heeft zich verder onvoldoende ingespannen om [gedaagde] te bewegen tot een gedragsverandering. Dat kan niet aan [gedaagde] worden verweten. Daarnaast is [gedaagde] psychiatrisch patiënt en is een zorgmachtiging afgegeven. Dit om [gedaagde] te stabiliseren en om te voorkomen dat zij haar woning verliest. Nu de zorgmachtiging is verleend, zal worden verlengd en er aandacht is voor haar problematiek is een gedragsverandering te verwachten.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Velison daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om overlast. Velison heeft een veelvoud aan klachten overgelegd waarvan de meest recente dateert van afgelopen weekend. Uit de klachten volgt dat meerdere omwonenden [gedaagde] al maanden klagen over overlast door [gedaagde]. Daarbij stelt Velison dat de situatie uit de hand dreigt te lopen, indien niet op korte termijn wordt ingegrepen. Gelet op het voorgaande, is het spoedeisend belang van Velison, dat aan deze situatie zo spoedig mogelijk een eind komt, gegeven.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een huurder zich als goed huurder moet gedragen. Dit betekent onder meer dat zij, zoals ook in de algemene huurvoorwaarden staat, geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Als de huurder toch overlast veroorzaakt, is sprake van een tekortkoming die kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst en, vooruitlopend daarop in kort geding, tot ontruiming van het gehuurde. Een ontruiming is een vergaande maatregel die ook in kort geding meestal een onomkeerbaar karakter heeft. Daarom kan de ontruiming alleen worden toegewezen als in dit kort geding komt vast te staan dat de gestelde overlast ernstig en structureel is. Ook moet de verhuurder zich hebben ingespannen, door bijvoorbeeld het voeren van gesprekken, de overlastgever te bewegen haar gedrag te veranderen.
5.4.
Velison heeft haar stelling dat [gedaagde] structureel, ernstige en onaanvaardbare overlast veroorzaakt, onder meer onderbouwd met een veelvoud aan meldingen, gedaan door zes omwonenden families, videomateriaal en een bestuurlijke rapportage van de Politie Noord-Holland. Velison stelt dat zij gelet op de daarin vermelde bedreigingen tegen omwonenden/medehuurders door [gedaagde], de geluidsoverlast en het gedrag, en gelet op de door haar rustende verplichting om op te treden tegen overlast die veroorzaakt wordt door haar huurders, belang heeft bij de ontruiming.
5.5.
[gedaagde] voert aan een groot deel van de klachten te betwisten. Om welke specifieke klachten het gaat heeft zij niet toegelicht. Verder betoogt [gedaagde] dat juist zij slachtoffer is van de samenspanning van de buren tegen haar. Zij heeft ook nog aangifte gedaan van mishandeling tegen één van de buren. [gedaagde] heeft echter de constateringen van de politie zoals beschreven in de bestuurlijke rapportage niet betwist. Ook indien de klachten van omwonenden die zijn gericht aan Velison buiten beschouwing worden gelaten volgt voldoende uit de bestuurlijke rapportage dat [gedaagde] meerdere malen voor ernstige en onaanvaardbare overlast heeft gezorgd. Dat een tweetal omwonenden op verzoek van [gedaagde] hebben verklaard dat zij geen overlast ervaren maakt dit niet anders.
5.6.
[gedaagde] voert aan dat Velison heeft nagelaten [gedaagde] te wijzen op de gevolgen van haar gedrag en zij onvoldoende is bewogen tot een gedragsverandering. Volgens [gedaagde] is er onvoldoende gekeken naar minder ingrijpende alternatieven. Velison heeft hierop aangegeven dat zij tweemaal een gesprek heeft gevoerd met [gedaagde] en dat meerdere malen telefonisch contact heeft plaatsgevonden, ook met de behandelaar van het FACT-team. [gedaagde] heeft dit niet betwist. Vanwege de veiligheid van de omwonenden, die veelal op leeftijd zijn, heeft Velison een afweging moeten maken en niet gekozen voor een ‘laatste kans traject’ maar is Velison tot dagvaarding overgegaan om de situatie zo snel mogelijk te beëindigen, aldus Velison. Uit het voorgaande blijkt dat Velison zich summier maar voldoende heeft ingespannen om [gedaagde] te bewegen haar gedrag te veranderen, maar dat dit niet is gelukt, waarna zij weloverwogen de beslissing heeft genomen de situatie niet langer op deze wijze te laten voortduren.
5.7.
Gelet op het voorgaande weegt het belang van Velison en de omwonenden om op korte termijn gevrijwaard te worden van (geluids-) overlast van [gedaagde] zwaarder dan het evidente belang van [gedaagde] om in haar woning te blijven. De overlast is zowel wat betreft aard, duur als omvang zodanig dat van Velison niet gevergd kan worden dat zij de overlast nog langer duldt. De omstandigheid dat het gedrag van [gedaagde] haar (mogelijk) niet kan worden toegerekend omdat zij psychiatrisch patiënt is, maakt het voorgaande niet anders. Daarvoor is de overlast te ernstig en te langdurig. Daarbij speelt ook dat sinds het afgeven van de zorgmachtiging slechts een kleine verbetering in het gedrag van [gedaagde] heeft plaatsgevonden. [gedaagde] beroept zich nog op een uitspraak van deze rechtbank (ECLI:NL:RBNHO:2021:4328), maar deze uitspraak kan haar niet baten. Anders dan in de genoemde zaak zijn al enkele maanden geleden de eerste stappen gezet om [gedaagde] te stabiliseren en zijn ook gedurende deze periode nog nieuwe meldingen gedaan, noch tot zeer kort geleden.
5.8.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Velison zal toewijzen, met dien verstande dat de termijn voor ontruiming wordt gesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis.
5.9.
De gevorderde ontruimingskosten worden afgewezen, omdat de met de ontruiming gemoeide kosten slechts toewijsbaar zijn als zij in redelijkheid zijn gemaakt, hetgeen niet op voorhand kan worden beoordeeld.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van de na- en betekeningskosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Velison worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woonruimte aan de [adres 1] [plaats] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, leeg op te leveren en de sleutels over te dragen aan Velison;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Velison tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,73;
griffierecht € 128,00;
salaris gemachtigde € 529,00;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Velison worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter