ECLI:NL:RBNHO:2023:5440

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
10133647 \ CV EXPL 22-5928
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en aansprakelijkheid bij defecte airconditioners

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen Aircoplaza Zwolle B.V. wegens defecte airconditioners die hij op 21 juni 2021 had aangeschaft. Eiser heeft twee Daikin Sensira airconditioners gekocht, maar na installatie door een erkende installateur begonnen deze binnen enkele maanden problemen te vertonen. Eiser heeft Aircoplaza herhaaldelijk op de hoogte gesteld van de gebreken, maar het bedrijf heeft geen adequate oplossing geboden. Eiser heeft uiteindelijk de kosten voor herstel door een derde partij gemaakt en vordert nu de gemaakte kosten, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, van Aircoplaza. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Aircoplaza aansprakelijk is voor de gebreken aan de airconditioners en dat eiser recht heeft op vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt voor herstel. De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen en Aircoplaza veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10133647 \ CV EXPL 22-5928
Uitspraakdatum: 14 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: J. Trappenburg (Stichting Achmea Rechtsbijstand)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Aircoplaza Zwolle B.V.
gevestigd te Zwolle
gedaagde
verder te noemen: Aircoplaza
gemachtigde: mr. M.G.I.W. Teunis

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 16 september 2022 een vordering tegen Aircoplaza ingesteld. Aircoplaza heeft schriftelijk geantwoord. Bij akte van 26 april 2023 heeft [eiser] een eiswijziging aangekondigd.
1.2.
Op 11 mei 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Aircoplaza heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 3 mei 2023 nog stukken toegezonden.

2.Feiten

2.1.
Op 21 juni 2021 heeft [eiser] bij Aircoplaza twee Daikin Sensira airconditioners (3.5 KW en 5.0 KW) gekocht. De prijs inclusief verzendkosten bedroeg € 1.718,95. Op 24 juni 2021 zijn de airconditioners aan [eiser] geleverd.
2.2.
Per e-mail van 24 juni 2021 heeft [eiser] aan Aircoplaza geschreven:
I got the 4 airco boxes supplied by you but the Daicon Netherlands say there is no guarantee on these aircos because they are meant for turkey only and not allowed to sell in the Netherlands will you please clarify this asap, the units are still packed and i didnt open it yet. We need to know clearly how the 5 years guarantee will work for these aircos.
2.3.
Dezelfde dag heeft Aircoplaza geantwoord:
you have the legal warranty on these units, if you have any problems with it, you can contact me.
2.4.
Op 28 juni 2021 heeft [eiser] per mail van Aircoplaza een installatieformulier ontvangen. In de e-mail staat (voor zover van belang):
Bijgaand ontvangt u onze F-gassenverordening. (…) LET OP: Wanneer wij deze niet ingevuld retour ontvangen vervalt elke vorm van garantie op het aircosysteem! (…)
2.5.
Op het bijgevoegde installatieformulier staat onder meer:
In verband met de nieuwe F-gassenverordening (EU) 517/2014 zoals van toepassing vanaf 1 januari 2015, stellen wij u hierbij op de hoogte van de verplichting om dit toestel te laten in gebruik nemen door een erkend installateur in overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EU) 517/2014. (…) Als u een installateur bij u in de buurt zoekt kunt u deze het makkelijkst vinden via google of marktplaats. Deze rekenen meestal rond € 150,- voor het in bedrijfstellen van u airco systeem. Vraag wel om een legitimatiebewijs.Door dit document te tekenen, bevestigt u dat u op de hoogte bent van de verplichting om dit toestel in gebruik te laten nemen door een erkend installateur om daarmee te voldoen aan de toepasselijke wettelijke vereisten. Wij gaan ervanuit dat u dit formulier naar waarheid heeft ingevuld.
2.6.
Op 29 juni 2021 heeft [naam] van het bedrijf [naam] (hierna: de installateur) de airconditioners geïnstalleerd in de woning van [eiser] . Na de installatie heeft [eiser] het installatieformulier ingevuld en retour gestuurd aan Aircoplaza .
2.7.
Op 14 juli 2021 heeft [eiser] nog twee Daikin Sensira (3.5 KW) airconditioners bij Airco Plaza gekocht. Ook deze worden door [de installateur] geïnstalleerd, waarna wederom een installatieformulier wordt ingevuld en opgestuurd naar Aircoplaza .
2.8.
Op 2 of 3 januari 2022 heeft [eiser] aan Aircoplaza gemeld dat hij problemen ervaart met drie van de airconditioners. Aircoplaza adviseert [eiser] om de installateur ernaar te laten kijken.
2.9.
Op 7 januari 2022 heeft de installateur vastgesteld dat er inderdaad problemen zijn met de airconditioners en heeft Aircoplaza hierover ingelicht.
2.10.
Op 15 januari 2022 heeft Aircoplaza na aandringen van [eiser] een herstelmonteur van [naam] Dienstverlening naar de airconditioners laten kijken. Volgens deze monteur kunnen de problemen worden verholpen door de binnenunits te vervangen. Omdat deze moeten worden besteld, worden de kapotte binnenunits van de 3.5 KW tijdelijk vervangen door gebruikte binnenunits die de monteur bij zich heeft. De monteur brengt voor de binnenunits € 1.000,00 in rekening. [eiser] heeft dit bedrag contant aan de monteur betaald. Tien minuten nadat de binnenunits zijn vervangen stoppen deze met werken.
2.11.
Op 9 februari 2022 heeft een herstelmonteur van Aircoplaza de binnenunit voor de 5 KW airconditioner vervangen. Na een test door de monteur blijkt dat het probleem niet is opgelost. De monteur vermoedt dat er ook een probleem is met de buitenunit.
2.12.
In een e-mail van 11 februari 2022 heeft [eiser] aan Aircoplaza (samengevat) geschreven dat hij al sinds 2 januari 2022 vraagt om herstel van de airconditioners, maar dat Aircoplaza daar tot op heden geen gehoor aan heeft gegeven. [eiser] geeft te kennen dat Aircoplaza nog drie dagen de gelegenheid krijgt om de airconditioners te repareren en de betaalde € 1.000,00 terug te storten en dat hij een derde naar de schade zal laten kijken als Aircoplaza geen actie onderneemt.
2.13.
Op 16 februari 2022 heeft [eiser] per e-mail aan Aircoplaza geschreven:
We have given you enough time to repair or replacement. So, I have called the other company, they will charge me 5300euro for repairs of 3 air conditioners or 5800euro for complete replacement. In case I do not get any reply from you in the next 24 hours, I will go ahead with repairs or complete replacement and this invoice will be sent to you via my advocate for payment with the cost of trouble you have created for us, in case of no payment be ready for a court case.
2.14.
Per brief van 8 april 2022 heeft (de gemachtigde van) [eiser] Aircoplaza te kennen gegeven dat de airconditioners zijn gerepareerd door Air Specials Groep en dat de kosten hiervan € 5.364,24 bedroegen. [eiser] stelt in deze brief Aircoplaza aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
2.15.
Per e-mail van 21 april 2022 heeft Aircoplaza de aansprakelijkheid betwist. Aircoplaza schrijft (samengevat) dat [eiser] nooit gehoor heeft gegeven aan de verplichting om het F-gassenformulier terug te sturen. Volgens Aircoplaza zijn de airconditioners ook niet aangesloten door een erkend bedrijf. Aircoplaza stelt zich op het standpunt dat de schade niet is veroorzaakt door Aircoplaza maar door degene die de systemen heeft aangesloten
.
2.16.
Per brief van 3 mei 2022 heeft (de gemachtigde van) [eiser] (samengevat) geschreven dat de airconditioners wel degelijk zijn aangesloten door een installateur met het juiste certificaat en dat daarnaast ook nadrukkelijk een schriftelijke garantie is afgegeven door Aircoplaza .
2.17.
Op 19 mei 2022 heeft Aircoplaza (samengevat) geantwoord dat de installateur niet beschikte over alle certificaten en dat [eiser] garantiebepalingen zou hebben overtreden. Aircoplaza stuurt foto’s mee waaruit zou blijken dat de apparatuur is doorgebrand vanwege een foutieve aansluiting.
2.18.
Op 20 juni 2022 heeft [eiser] aan Aircoplaza gemeld dat vierde airconditioner defect is. Aircoplaza verwijst [eiser] vervolgens naar de installateur.
2.19.
Op 31 juli 2022 heeft [eiser] Aircoplaza een (laatste) ingebrekestelling gestuurd waarin Aircoplaza een termijn van 10 dagen krijgt om deze airco te herstellen en wordt medegedeeld dat anders een derde partij zal worden ingeschakeld om de airco te vervangen. Aircoplaza heeft bericht onbeantwoord gelaten.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – na vermeerdering van eis – dat de kantonrechter Aircoplaza veroordeelt tot betaling van € 9.057,45. De vordering bestaat uit € 8.014,23 aan hoofdsom en € 775,71 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering dat zij met Aircoplaza een consumentenkoopovereenkomst heeft gesloten. Volgens [eiser] beantwoordden de airconditioners niet aan die overeenkomst (artikel 7:17 BW). Drie van geleverde airconditioners zijn immers zijn binnen zes maanden na levering uitgevallen en Aircoplaza heeft geweigerd deze binnen een redelijke termijn kosteloos te herstellen. Op grond van artikel 7:21 lid 6 BW mocht [eiser] het herstel door een ander laten uitvoeren en de kosten op Aircoplaza verhalen. De kosten hiervan bedroegen € 5.364,24. Verder mocht [eiser] op grond van de afgegeven garantie kosteloos herstel verwachten, hij heeft echter € 1.000,00 moeten betalen. Deze vordert hij terug. Ook ten aanzien van de vierde airconditioner beroept [eiser] zich op de afgegeven garantie. Omdat Aircoplaza ook na ingebrekestelling niet tot herstel is overgegaan mocht [eiser] op grond van artikel 3:299 BW en 7:21 lid 6 BW herstel/vervanging door een derde partij laten uitvoeren. De kosten hiervan bedroegen € 1.650,00.
3.3.
Aircoplaza betwist de vordering. Zij voert in haar conclusie van antwoord aan dat zij geen rechtsverhouding met [eiser] heeft en dat [eiser] daarom niet-ontvankelijk is in zijn vordering.

4.De beoordeling

Rechtsverhouding
4.1.
Aircoplaza heeft zich in haar conclusie van antwoord op het standpunt gesteld dat zij geen rechtsverhouding heeft met [eiser] . Zij heeft hiertoe aangevoerd dat [eiser] een overeenkomst heeft gesloten met de [de vof] (hierna: de vof) en niet met gedaagde (de bv).
4.2.
Dit verweer slaagt niet. Nog afgezien van de vraag hoe [eiser] als consument had moeten weten dat hij zaken deed met de vof en niet met de bv, is er wel degelijk sprake van een rechtsverhouding tussen Aircoplaza en [eiser] . Aircoplaza is immers (naast [medevennoot] ) één van de vennoten van de vof. Op grond van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel is Aircoplaza daarmee, zoals zij ter zitting ook heeft erkend, hoofdelijk verbonden voor de verplichtingen van de vof. Dit betekent dat [eiser] Aircoplaza mag aanspreken op nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst.
Ter zitting gevoerde verweren
4.3.
Ter zitting heeft Aircoplaza nog verschillende (inhoudelijke) verweren gevoerd. Naast de hierna als eerste te bespreken exceptio plurium litis consortium heeft Aircoplaza aangevoerd dat [eiser] geen recht heeft op vergoeding van zijn schade omdat hij de aircondonditiors niet heeft laten installeren door een gecertificeerd installateur en bovendien niet tijdig heeft geklaagd. Ook heeft Aircoplaza de hoogte van de herstelkosten betwist.
4.4.
Dat Aircoplaza deze verweren pas ter zitting heeft gevoerd staat op gespannen voet met de beginselen van een behoorlijke procesorde en het beginsel van concentratie van verweren. Aircoplaza had deze verweren al kunnen en moeten voeren in haar conclusie van antwoord. Nu de verweren van Aircoplaza niet slagen ziet de kantonrechter geen aanleiding om hieraan gevolgen te verbinden.
De exceptio plurium litis consortium
4.5.
Aircoplaza heeft in de eerste plaats aangevoerd dat [eiser] niet ontvankelijk is in de vordering omdat [eiser] heeft nagelaten om ook de vof en de andere vennoot ( [medevennoot] ) te dagvaarden. Zij beroept zich hierbij op de zogenoemde exceptio plurium litis consortium inhoudende dat bij een 'processueel ondeelbare rechtsverhouding' alle partijen dienen te worden betrokken.
4.6.
De kantonrechter verwerpt dit verweer. Een geldig beroep op deze exceptie veronderstelt een rechtsverhouding waarin het
rechtens noodzakelijkis dat de beslissing op de vordering ten aanzien van alle bij de rechtsverhouding betrokkenen in dezelfde zin luidt. Daarvan is hier geen sprake. [eiser] heeft als benadeelde een vordering tot schadevergoeding die hij tegen meerdere (rechts)personen kan instellen. Het staat hem daarbij vrij om deze vordering tot een van deze personen te beperken (vgl. HR 21 mei 1999, NJ 2000, 291). Mocht een derde dit onwenselijk vinden dan had deze ervoor kunnen kiezen zich bij akte te voegen of tussen te komen (artikelen 217 tot en met 219 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Een gecertificeerd installateur
4.7.
Aircoplaza heeft aangevoerd dat [eiser] geen recht heeft enige vorm van garantie omdat [eiser] de airconditioners niet heeft laten installeren door een gecertificeerd monteur. Dit verweer slaagt niet. In de eerste plaats heeft Aircoplaza onvoldoende betwist dat zij de betreffende installateur zelf aan [eiser] heeft voorgesteld. [eiser] mocht dan ook aannemen dat deze installateur voldeed aan de voorwaarden die Aircoplaza stelt. Bovendien heeft [eiser] de formulieren overgelegd die hij na installatie heeft ingevuld en waarop de gegevens van de installateur vermeld staan. Daarbij is ook een foto gevoegd van het certificaat van de installateur, waarop vermeld is “F-gassen voor personen”. Op grond daarvan mag worden aangenomen dat [eiser] ook overigens voldeed aan de voorwaarden van Aircoplaza . Dat de installateur alleen beschikte over een BRL200 certificaat terwijl een BRL100 certificaat vereist is, zoals Aircoplaza nog heeft aangevoerd, is geen omstandigheid die voor rekening van [eiser] komt. Het had op de weg van Aircoplaza gelegen om [eiser] hierover behoorlijk te informeren. Dat heeft zij niet gedaan. Voor zover de schade het gevolg zou zijn van een ondeugdelijke installatie is dat op grond van het voorgaande een omstandigheid die voor rekening van Aircoplaza komt.
Tijdig geklaagd?
4.8.
Aircoplaza heeft verder aangevoerd dat [eiser] geen aanspraak kan maken op vergoeding omdat hij niet tijdig over de gebreken heeft geklaagd. Volgens Aircoplaza hadden de gestelde gebreken in de zomer en niet in de winter aan het licht moeten komen. Ook dit verweer slaagt niet. [eiser] heeft toegelicht dat de betreffende airconditioners niet alleen voor koeling maar ook voor verwarming geschikt is. Dat de gebreken in de winter aan het licht zijn gekomen is dus niet onaannemelijk, hetgeen Aircoplaza gelet op het type airconditioner ook had kunnen weten. In elk geval bestaat er geen aanleiding om te vermoeden dat [eiser] te laat over de gebreken heeft geklaagd. Uit de stukken van het dossier komt juist het beeld naar voren dat [eiser] direct contact opneemt met Aircoplaza en dat juist de reacties van Aircoplaza op zich laten wachten.
De hoogte van de herstelkosten
4.9.
Aircoplaza heeft nog naar voren gebracht dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat drie verschillende airconditioners op dezelfde dag gebreken vertonen. Aircoplaza vermoedt daarom dat sprake is van een “vooropgezet plan” om haar, althans de vof, “geld afhandig te maken”.
4.10.
De kantonrechter vindt dat een dergelijke beschuldiging een professionele onderneming als Aircoplaza niet past. Van een bedrijf als Aircoplaza mag worden verwacht dat zij adequaat reageert op meldingen van een consument die zich geconfronteerd ziet met meerdere defecte airconditioners. Indien Aircoplaza het nodige in het werk had gesteld om de gebreken (tijdig) te verhelpen, dan was het ook niet nodig geweest dat [eiser] de herstelwerkzaamheden door een derde had laten uitvoeren. Zodoende zou Aircoplaza ook niet zijn geconfronteerd met de gevorderde herstelkosten. Dat deze kosten zouden zijn “opgepompt” zoals Aircoplaza aanvoert, acht de kantonrechter evenmin aan de orde. De enkele verwijzing naar de verhouding tussen de aanschafkosten van de vier airconditioners en de herstelkosten is hiertoe onvoldoende. Ook nieuwe airconditioners moeten immers weer geïnstalleerd worden, hetgeen de nodige kosten met zich meebrengt. Bovendien heeft [eiser] betwist dat de prijzen waar Aircoplaza naar verwijst nog kloppen. Van Aircoplaza had dan ook verwacht mogen worden dat zij deugdelijk had onderbouwd voor welk bedrag herstel had kunnen plaatsvinden. Nu zij dat niet heeft gedaan, gaat de kantonrechter dan ook uit van de bedragen zoals die door [eiser] zijn opgevoerd.
4.11.
De kantonrechter is van oordeel dat van Aircoplaza na ingebrekestelling door [eiser] binnen een redelijke termijn tot kosteloos herstel had moeten overgegaan. Dat heeft zij niet gedaan. De kosten die [eiser] heeft gemaakt komen dan ook voor rekening van Aircoplaza . De kosten voor het herstel van de drie airconditioners bedroegen € 5.364,24. Daarnaast heeft [eiser] een bedrag betaald van € 1.650,00 voor herstel van de vierde airconditioning.
4.12.
Verder heeft [eiser] op 15 februari 2022 contant een bedrag van € 1.000,00 betaald aan de door Aircoplaza ingeschakelde monteur. Niet valt in te zien waarom [eiser] dit bedrag zou moeten betalen, aangezien Aircoplaza voor kosteloos herstel had moeten zorgdragen. Bovendien staat vast dat de werkzaamheden niet tot herstel hebben geleid. [eiser] maakt dan ook terecht aanspraak op betaling van dit bedrag.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.13.
[eiser] maakt aanspraak op vergoeding van € 775,71 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
4.14.
De proceskosten komen voor rekening van Aircoplaza omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Aircoplaza tot betaling aan [eiser] van € 8.014,24, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 22 april 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt Aircoplaza tot betaling aan [eiser] van € 775,71 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt Aircoplaza tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 131,18
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 660,00 ;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter