In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 17 mei 2023, hebben de passagiers van vlucht AA204 een vordering ingediend tegen American Airlines Inc. vanwege een langdurige vertraging van hun vlucht. De passagiers, vertegenwoordigd door mr. R.A.C. Telkamp van EUclaim B.V., betwisten dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals door de vervoerder werd gesteld. De vervoerder, vertegenwoordigd door mr. M. Lustenhouwer van AKD N.V., voerde aan dat de vertraging te wijten was aan onweer, waardoor de grondafhandeling meerdere keren moest worden stilgelegd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de argumenten van beide partijen beoordeeld. De vervoerder heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een logboek en METAR-rapporten, om aan te tonen dat de vertraging het gevolg was van onvermijdelijke omstandigheden. De passagiers hebben echter betoogd dat de vervoerder niet voldoende heeft aangetoond dat deze omstandigheden daadwerkelijk buitengewoon waren en dat andere vluchten onder vergelijkbare omstandigheden wel tijdig zijn uitgevoerd.
Na zorgvuldige overweging heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van vlucht AA204 het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter heeft ook geoordeeld dat deze omstandigheden doorwerken naar de latere vlucht, en dat de passagiers niet konden aantonen dat de vervoerder niet alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken. De vordering van de passagiers is afgewezen, en zij zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten.