Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze vrijwaringszaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. K.R. Stephan, en [gedaagde 1] c.s., vertegenwoordigd door mr. H. Temel. De zaak betreft een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een veranda, waarbij [eiser] een bedrag van € 7.000,00 zou ontvangen. Tijdens de werkzaamheden zijn glasramen naar beneden gevallen, wat heeft geleid tot schade aan de tuin van [gedaagde 1] c.s. Na een schademelding bij de verzekeraar Aegon, heeft deze een procedure tegen [eiser] aangespannen om het uitbetaalde bedrag te verhalen.
De vordering van [eiser] is gericht op betaling van de kosten die hij heeft gemaakt, maar [gedaagde 1] c.s. betwist deze vordering en stelt dat er sprake is van wanprestatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een (mondelinge) overeenkomst van aanneming van werk bestaat en dat de overeenkomst is ontbonden door [gedaagde 1] c.s. vanwege een ernstige tekortkoming in de nakoming door [eiser]. De kantonrechter oordeelt dat de tekortkoming zo ernstig was dat ontbinding gerechtvaardigd was, en dat [gedaagde 1] c.s. niet verplicht was om [eiser] de kans te geven om de tekortkoming te herstellen.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.