ECLI:NL:RBNHO:2023:5690

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
C/15/340192 / KG ZA 23-265
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding met straat- en contactverbod

Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.H. Bouwman, had een vordering ingediend tegen de gedaagde, die niet verschenen was. De procedure begon met een dagvaarding op 12 juni 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 juni 2023, waarbij de voorzieningenrechter verstek verleende tegen de gedaagde.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eiseres niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Het gevorderde straatverbod werd toegewezen, maar beperkt tot een specifiek gebied in de woonomgeving van de eiseres, dat op een bijgevoegd kaartje is aangegeven. De rechter heeft ook de duur van de verboden vastgesteld, rekening houdend met de eisen van proportionaliteit.

Daarnaast zijn er dwangsommen opgelegd aan de gedaagde voor het niet naleven van de opgelegde verboden. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat het onmiddellijk effect heeft, ook al kan de gedaagde in verzet gaan of hoger beroep instellen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/340192 / KG ZA 23-265
Vonnis in kort geding van 21 juni 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. R.H. Bouwman te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de uitgebrachte dagvaarding van 12 juni 2023 met 4 producties
  • de mondelinge behandeling van 20 juni 2023
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Voor de vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde feiten wordt verwezen naar de dagvaarding met producties, die in afschrift aan het griffie-exemplaar van dit vonnis is gehecht.

3.De beoordeling

3.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, zij het dat het gevorderde straatverbod zal worden beperkt tot een gebied in de (directe) woonomgeving van eiseres. De grenzen van dit gebied zullen op de aan dit vonnis te hechten kaart worden aangegeven.
3.2.
In verband met de eisen van proportionaliteit zullen de verboden voor de hierna te noemen duur worden opgelegd.
3.3.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verbiedt gedaagde gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis zich te begeven naar en/of zich te bevinden in het gebied te [woonplaats] zoals gemarkeerd op aangehechte kaart,
4.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 250,- voor iedere dag dat hij niet aan de in 4.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt,
4.3.
verbiedt gedaagde gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis anders dan via zijn advocaat – persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met eiseres,
4.4.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 250,- voor iedere dag dat hij niet aan de in 4.3 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt,
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld op 21 juni 2023. [1]

Voetnoten

1.Als bij dit vonnis de vordering (geheel of gedeeltelijk) is toegewezen, kan de gedaagde partij daartegen in verzet gaan bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank binnen vier weken na ofwel de betekening van het vonnis, of het bekend worden met het vonnis, of de tenuitvoerlegging van het vonnis. Het verzet moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.