In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder (eiseres) en een huurder (gedaagde) over de ontruiming van een woning. De huurovereenkomst tussen partijen was aangegaan op 17 januari 2023, maar de huurder heeft de huur opgezegd per 1 mei 2023. De verhuurder vorderde ontruiming van de woning, omdat de huurder sinds die datum zonder recht of titel in de woning verbleef. De huurder erkende dat hij zonder recht of titel in de woning verbleef, maar voerde aan dat hij meer tijd nodig had om de woning te verlaten vanwege financiële problemen en het vinden van een nieuwe woonruimte.
De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst per 1 mei 2023 was geëindigd en dat de huurder de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis moest ontruimen. De rechter wees de vordering tot ontruiming binnen 24 uur af, maar stelde wel een dwangsom vast van € 500,00 per dag voor het geval de huurder niet aan de ontruimingsverplichting voldeed. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van € 2.300,00 per maand voor het gebruik van de woning vanaf de datum van het vonnis tot aan de ontruiming. De proceskosten werden eveneens aan de huurder opgelegd, omdat hij grotendeels ongelijk kreeg in deze procedure.