Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1]
Saillant B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder en mentor van
[gedaagde sub 1]
gedaagde sub 2
verder te noemen: Saillant
niet verschenen
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagden, waarbij eiser vorderde dat gedaagden de woning zouden ontruimen. Eiser en gedaagde sub 1 waren eerder met elkaar getrouwd, maar na de echtscheiding op 21 april 2022, die op 20 juli 2022 is ingeschreven, heeft de Rechtbank Noord-Holland bepaald dat eiser de exclusieve huurrechten van de woning zou verkrijgen. Ondanks deze uitspraak heeft gedaagde sub 1 de woning niet verlaten, wat heeft geleid tot de vordering van eiser. Gedaagde sub 1 verbleef op het moment van de zitting in een gesloten instelling op basis van een rechterlijke machtiging, en Saillant B.V. was aangesteld als bewindvoerder en mentor van gedaagde sub 1.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 juni 2023, waarbij gedaagden niet verschenen. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen gedaagden. Eiser heeft aangegeven dat de situatie in de woning onhoudbaar is geworden door het gedrag van gedaagde sub 1, wat ook gevolgen heeft voor de aanvraag van toeslagen. Saillant B.V. heeft telefonisch aangegeven in te stemmen met de vordering tot ontruiming.
De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, omdat eiser een spoedeisend belang had en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond leek. De gevorderde machtiging tot gedwongen ontruiming werd echter afgewezen, maar de deurwaarder kan het pand betreden en ontruimen indien nodig. De proceskosten werden toegewezen aan Saillant B.V. als de in het ongelijk gestelde partij. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.