ECLI:NL:RBNHO:2023:5875
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- mr. drs. J.H.A.C. Everaerts
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking APK-erkenning en wachttijd voor nieuwe aanvraag
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een V.O.F. uit Haarlem, tegen het besluit van verweerder, de directie van de RDW, om haar APK-erkenning voor voertuigen tot en met 3500 kg in te trekken. De intrekking houdt in dat verzoekster een nieuwe aanvraag niet eerder dan 12 maanden na de intrekking mag indienen. Verweerder heeft het primaire besluit op 11 januari 2023 genomen, waarna verzoekster bezwaar heeft gemaakt en de rechtbank heeft verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft eerder, op 22 februari 2023, het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het primaire besluit geschorst tot 6 weken na de beslissing op bezwaar. Echter, met het bestreden besluit van 18 april 2023 heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 31 mei 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De aanleiding voor de intrekking van de APK-erkenning was een melding van agressie door de keurmeester tijdens een steekproef. Verweerder heeft de intrekking gerechtvaardigd op basis van de 'Toezichtbeleidsbrief Erkenningshouders RDW 2021', waarin verbale agressie en intimidatie als een ernstige overtreding worden aangemerkt. Verzoekster betwist echter dat er sprake was van agressief gedrag en heeft argumenten aangedragen om te twijfelen aan de verklaring van de steekproefcontroleur.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is om het verzoek toe te wijzen. Hij heeft geconcludeerd dat de intrekking van de APK-erkenning onevenredige gevolgen kan hebben voor verzoekster, die afhankelijk is van deze erkenning voor haar bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om het bestreden besluit te schorsen en de intrekking van de APK-erkenning op te schorten tot de uitspraak in de bodemprocedure. Tevens heeft hij bepaald dat verweerder het griffierecht en de proceskosten aan verzoekster moet vergoeden.