Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling
- de brief met producties van [gedaagde]
- de pleitnota van Nieuwezijds
- de pleitnota van [gedaagde].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de besloten vennootschap HANDEL EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ NIEUWEZIJDS B.V. (hierna: Nieuwezijds) in kort geding nakoming van een huurovereenkomst van een bedrijfsruimte van de gedaagde, die in privé aansprakelijk is. De huurovereenkomst is op 14 december 2022 gesloten met ADL Supermarkt B.V. i.o., vertegenwoordigd door de gedaagde, en zou ingaan op 1 maart 2023. De gedaagde heeft echter, na bedreigingen te hebben ontvangen, besloten het pand niet in gebruik te nemen en heeft zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nagekomen. Nieuwezijds vordert onder andere betaling van huurachterstand, contractuele boetes en de waarborgsom.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juni 2023 is gebleken dat de gedaagde zich beroept op overmacht en onvoorziene omstandigheden, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de gedaagde zijn stellingen niet voldoende heeft onderbouwd. De voorzieningenrechter stelt vast dat Nieuwezijds een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, omdat zij zelf financiële verplichtingen heeft en in de problemen kan komen als de gedaagde zijn verplichtingen niet nakomt. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Nieuwezijds gedeeltelijk toe, waarbij de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en contractuele boetes, maar de vordering tot betaling van de waarborgsom wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.