In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door mr. M.C.A. Ippel, een vordering ingesteld tegen de vervoerder, SWISS INTERNATIONAL AIRLINES LTD, vanwege de annulering van hun 'Flextickets'. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een heenvlucht van Amsterdam-Schiphol naar Miami via Zürich op 1 augustus 2021 en een terugvlucht op 15 augustus 2021. D.A.S. heeft namens hen restitutie van de ticketprijzen gevorderd, maar de vervoerder weigerde betaling. De passagiers stelden dat de annulering van de vluchten hen recht gaf op restitutie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.
De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de vluchten niet geannuleerd waren, waardoor er geen recht op restitutie zou zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagiers gebruik hebben gemaakt van 'flexopties', wat betekent dat de vluchten op verzoek van de passagiers zijn geannuleerd. De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van annulering in de zin van de Verordening, omdat de vluchten daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de passagiers de proceskosten moeten vergoeden, vastgesteld op € 660,00, plus € 132,00 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op de openbare terechtzitting.