Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 mei 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
16 februari 2022 en naar een presentatie van vergunninghoudster van 9 februari 2022. Voorts heeft eiser erop gewezen dat er uiteindelijk tijdens de uitvoeringsfase ook schade is ontstaan.
23 september 2021, waarin het aanvullend funderingsonderzoek van 26 mei 2021 is herzien. Verweerder heeft met de schriftelijke uiteenzetting van 2 november 2021 uitvoerig gereageerd op het briefrapport van [bedrijf 4] en heeft daarbij betrokken de reacties van [bedrijf 5] , [bedrijf 6] en [bedrijf 7] . Voor wat betreft de nadere risicobeoordeling van [bedrijf 2] van 16 februari 2022 stelt verweerder zich op het standpunt dat deze is verricht door dezelfde expert als bij de risicobeoordeling van [bedrijf 4] van 18 oktober 2021 en dat deze derhalve niet door een nieuwe onafhankelijke expert is verricht. Verweerder merkt op dat uit de presentatie van vergunninghoudster van 9 februari 2022 niet blijkt dat er aanzienlijke kans op schade bestaat. Dat wordt nergens in de presentatie vermeld. Dat er uiteindelijke tijdens de uitvoeringsfase schade is ontstaan betreft volgens verweerder een civiele kwestie. Dat betekent niet dat ten tijde van de besluitvorming niet is aangetoond dat er geen onevenredige negatieve effecten op de fundaties van omliggende panden optreden.
- Bij [adres 1] is een in goede staat verkerende fundering aangetroffen;
- De belasting van [adres 1] heeft niet geleid tot grote ongelijkmatige zakkingen of scheurvorming;
- Verwacht wordt dat er voldoende geotechnische draagkracht in de funderingsconstructie aanwezig is om de belasting van [adres 1] over te dragen aan de draagkrachtige zandlagen;
- De fundering van [adres 1] is op basis van de verzamelde informatie als voldoende beoordeeld; en
- De inspectie is uitgevoerd ter plaatse van de gevel op de kortste afstand van de (toen nog toekomstige) parkeergarage.
- Er is een in goede staat verkerende fundering aangetroffen op de kortste afstand tot de toekomstige werkzaamheden aan de parkeergarage;
- Op het moment van uitvoering van het funderingsonderzoek is nog onbekend welke invloed de werkzaamheden aan de bouw van de parkeergarage zullen hebben op de omgeving. Dit is afhankelijk van de grootte en de diepte van de te bouwen constructies, alsmede de toe te passen werkmethodes; en
- Er zijn relatief grote ongelijkmatige zakkingen gemeten bij [adres 2] tot en met [adres 1] . Geadviseerd wordt om aan de hand van de te verwachten invloedsfeer vast te stellen of aanvullende funderingsinspecties vereist zijn, of dat het voldoende is om de grondwaterstand en de bebouwing te monitoren.
- Op basis van de uitgevoerde funderingsonderzoeken en de aanvullend ontvangen stukken worden zowel geohydrologisch als geotechnisch geen invloeden verwacht bij de funderingen van [adres 3] t/m [adres 1] als gevolg van de werkzaamheden.
- Geadviseerd wordt de grondwaterstanden en de zettingen bij de panden nauwkeurig te monitoren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
26 mei 2023.