Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]2. [eiser 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
[betrokkene] van Bressers Law [gedaagde] namens [eiser 1] c.s. opnieuw aangeschreven voor de gevraagde stukken en informatie.
(…)In het samenlevingscontract is een verblijvensbeding opgenomen. Dit houdt in dat alle gezamenlijke goederen, aan uw vader toekomen. De en/of rekening is gezamenlijk eigendom, dus uw vader is gerechtigd tot het banksaldo (…).
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
€ 3.776,58 van de rekening heeft gehaald. Hoewel dit niet handig is geweest van [gedaagde] kan de kantonrechter begrijpen dat hij schrok toen hij zag dat er geld van de rekening werd afgehaald nadat erflaatster overleden was en dat hij in het kader van zijn taak als executeur dit bedrag wilde veiligstellen. Daarbij acht de kantonrechter ook van belang dat [eiser 1] c.s. na het overlijden van erflaatster zelf als eerste geld van haar rekening hebben gehaald en niet hebben onderbouwd met stukken dat zij hiertoe gerechtigd waren. Nu [gedaagde] heeft aangegeven dat het geld nog op zijn rekening staat en [eiser 1] c.s. beslag hebben gelegd op deze rekening ziet de kantonrechter geen aanleiding om dit bedrag in deze procedure toe te wijzen.
Ook de tegenvordering van [gedaagde] zal worden afgewezen.