Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis gewezen in een incident tot oproeping in vrijwaring. In deze zaak, geregistreerd onder het zaaknummer C/15/338658 / HA ZA 23-221, vorderden [gedaagde 1] c.s. dat mr. René Einarson, notaris te Heemstede, in vrijwaring zou worden opgeroepen. De rechtbank oordeelde dat voor de toewijzing van een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring vereist is dat de eiser in het incident zich met redenen omkleed beroept op een rechtsverhouding met een derde, die verplicht is om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling in de hoofdzaak te dragen. De rechtbank concludeerde dat de vordering van [gedaagde 1] c.s. toewijsbaar was, aangezien de grondslag van de vordering niet door [eiser] was weersproken. De rechtbank besloot dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kon worden beschouwd, waardoor de proceskosten werden gecompenseerd. De rechtbank staat toe dat de notaris wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 23 augustus 2023, en bepaalt dat de hoofdzaak op diezelfde datum weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord.