In deze zaak, die op 12 juli 2023 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen een groep eisers, waaronder Melkveebedrijf [K] C.V. en de Coöperatieve Windenergie Vereniging 'Kennemerwind U.A.', en Liander N.V. over de opheffing van een bestaande mogelijkheid tot elektriciteitsaansluiting. De eisers vorderen dat Liander de elektriciteitsaansluiting in stand laat en geen onomkeerbare werkzaamheden verricht, op straffe van een dwangsom. De achtergrond van het geschil ligt in een overeenkomst uit 2006, waarbij Liander zich verplichtte om een aansluiting aan te leggen voor een nog op te richten windmolenpark. De eisers hebben in het verleden een bedrag van € 74.816,49 aan Liander betaald voor de aanleg van kabels en voorzieningen, maar het windmolenpark is nooit gerealiseerd. Liander heeft in 2019 aangekondigd de kabels te willen gebruiken voor de versterking van haar elektriciteitsnetwerk, wat heeft geleid tot onvrede bij de eisers. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eisers een spoedeisend belang hebben bij hun vordering, omdat zij vrezen dat hun investeringen verloren gaan. De rechter heeft Liander voorlopig veroordeeld om de elektriciteitsaansluiting in stand te laten en heeft een tussenvonnis gewezen, waarbij beide partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunt over een alternatieve oplossing, zoals het oprichten van een transformatorhuisje, kenbaar te maken.