In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 juli 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stoornis en een stoornis in het autisme spectrum. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een enkelvoudige kamer en de mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring, die was opgesteld naar aanleiding van een onderzoek via beeldbellen, niet voldeed aan de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken benadrukt dat een medisch onderzoek in de fysieke aanwezigheid van de betrokkene moet plaatsvinden, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit onmogelijk maken. In dit geval was er geen overtuigend bewijs dat het voor de psychiater niet mogelijk was om het onderzoek fysiek uit te voeren, aangezien er waarschijnlijk alternatieve locaties beschikbaar waren.
De rechtbank volgde het primaire betoog van de betrokkene, die stelde dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De rechtbank concludeerde dat de afwezigheid van een fysiek onderzoek betekende dat de medische verklaring geen basis kon bieden voor het verlenen van de zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie afgewezen en benadrukt dat het aan de behandelaar is om te beoordelen of een nieuw verzoek om zorgmachtiging kan worden ingediend, dat wel aan de wettelijke eisen voldoet.