Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten
3.Beoordeling
€ 136,- per kind per maand dient te betalen, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift.
€ 344,- per kind per maand.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een procedure tussen een vrouw en een man die hun geregistreerd partnerschap in 2021 hebben beëindigd. Na de beëindiging hebben zij in mediation afspraken gemaakt over de zorg voor hun twee minderjarige kinderen. De vrouw verzocht de rechtbank om de kinderen aan haar toe te vertrouwen en om een wijziging van de zorgregeling, zodat zij de hoofdverzorger zou worden. De rechtbank oordeelde echter dat de verzoeken van de vrouw zich niet lenen voor beoordeling in een voorlopige voorzieningenprocedure, gezien de verstrekkende gevolgen van de gevraagde wijzigingen. De rechtbank stelde vast dat er geen aanleiding was om de bestaande zorgregeling te wijzigen, aangezien beide ouders betrokken zijn bij de opvoeding van de kinderen en de huidige regeling in het belang van de kinderen is. De vrouw werd ook niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om vervangende toestemming voor de inschrijving van de kinderen op een school in een andere plaats, omdat dit niet onder de relevante wetgeving viel. De rechtbank legde de zorgregeling vast zoals deze door de man was voorgesteld en bepaalde dat de man een kinderbijdrage van € 136,- per maand voor de jongste en € 80,- per maand voor de oudste minderjarige aan de vrouw moet betalen, met terugwerkende kracht vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift.