ECLI:NL:RBNHO:2023:6739
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen energieleverancier wegens gebrek aan bewijs van contractuele verplichtingen
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Liander N.V., een netbeheerder, en Dochters Vastgoed B.V., de eigenaar van een pand. Liander had vorderingen ingesteld tegen de gedaagden, waaronder de eis om de aansluiting op het verbruikadres te onderbreken en ontruiming van het pand te vorderen, omdat er geen energiecontract zou zijn afgesloten voor het pand. Dochters heeft echter betwist dat er geen contract was en heeft bewijs overgelegd waaruit blijkt dat er vanaf juni 2022 een energiecontract was afgesloten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dochters pas op 13 december 2021 is opgericht en dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor het ontbreken van een energieleverancier voor de periode vóór haar oprichting. Bovendien heeft de rechter geoordeeld dat Liander onvoldoende bewijs heeft geleverd dat er ten tijde van de dagvaarding geen energiecontract was afgesloten. De vorderingen van Liander zijn dan ook afgewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van Liander.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral wanneer het gaat om contractuele verplichtingen en aansprakelijkheid. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Liander niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie en dat de vorderingen daarom niet kunnen worden toegewezen.