ECLI:NL:RBNHO:2023:6739

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
10305544 CV EXPL 23-598
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen energieleverancier wegens gebrek aan bewijs van contractuele verplichtingen

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Liander N.V., een netbeheerder, en Dochters Vastgoed B.V., de eigenaar van een pand. Liander had vorderingen ingesteld tegen de gedaagden, waaronder de eis om de aansluiting op het verbruikadres te onderbreken en ontruiming van het pand te vorderen, omdat er geen energiecontract zou zijn afgesloten voor het pand. Dochters heeft echter betwist dat er geen contract was en heeft bewijs overgelegd waaruit blijkt dat er vanaf juni 2022 een energiecontract was afgesloten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dochters pas op 13 december 2021 is opgericht en dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor het ontbreken van een energieleverancier voor de periode vóór haar oprichting. Bovendien heeft de rechter geoordeeld dat Liander onvoldoende bewijs heeft geleverd dat er ten tijde van de dagvaarding geen energiecontract was afgesloten. De vorderingen van Liander zijn dan ook afgewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van Liander.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral wanneer het gaat om contractuele verplichtingen en aansprakelijkheid. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Liander niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie en dat de vorderingen daarom niet kunnen worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10305544 CV EXPL 23-598
Uitspraakdatum: 19 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Liander N.V.
gevestigd te Arnhem,
eiseres
verder te noemen: Liander
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders
tegen

1.zij die verblijven in het pand staande en gelegen aan de [adres] te

[plaats],
verblijvende te [plaats],
gedaagden
niet verschenen,
2. de besloten vennootschap
Dochters Vastgoed B.V.,
gevestigd te Nieuw-Vennep,
gedaagde
verder te noemen: Dochters
in persoon verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Liander heeft bij dagvaarding van 11 januari 2023 een vordering tegen gedaagden ingesteld. Dochters heeft schriftelijk geantwoord. Namens gedaagden sub 1 is geen verweer gevoerd.
1.2.
Liander heeft hierop aanvullende producties overgelegd en vervolgens schriftelijk gereageerd, waarbij zij haar eis heeft verminderd. Dochters heeft hierop schriftelijk gereageerd en nadere producties overgelegd. Liander heeft zich bij akte uitgelaten over deze producties.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Dochters is een onderneming die op 13 december 2021 is opgericht. Uit het uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat zij zich bezig houdt met het beheer van onroerend goed.
2.2.
Dochters is eigenaar van een pand aan de [adres] te [plaats] (hierna: het verbruikadres).
2.3.
Liander is een netbeheerder van regionale elektriciteits- en gasnetten zoals bedoeld in artikel 10 lid 9 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 2 lid 8 van de Gaswet.
2.4.
Liander heeft in 2019 geconstateerd dat er voor het adres van het pand geen contract met een energieleverancier getekend was. Op 14 augustus 2019 en 26 augustus 2019 heeft Flanderijn namens Liander brieven gestuurd aan ‘de bewoners van [adres], [postcode] [plaats]’ waarin zij werden aangespoord om een leveringsovereenkomst voor elektriciteit en/of gas te tekenen voor het pand.
2.5.
Volgens het kadastrale uittreksel is Dochters eigenaar van het verbruikadres. Op het adres van het pand staan geen bewoners ingeschreven in de Basisregistratie Personen.
2.6.
Op 18 november 2022 heeft Flanderijn namens Liander Dochters als eigenaar van het pand aangeschreven en haar verzocht informatie te verstrekken over de nieuwe bewoner/gebruiker van het pand. Verder heeft Flanderijn Dochters meegedeeld dat als er geen nieuwe bewoner/gebruiker van het pand is, zij als eigenaar wordt aangemerkt als afnemer van de geleverde energie en zelf hetzij een leveringsovereenkomst moet afsluiten, hetzij toegang tot het pand moet verlenen om de energietoevoer af te sluiten. Dochters wordt verzocht uiterlijk 25 november 2022 hierover contact op te nemen met Flanderijn.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Liander vordert – na eisvermindering - dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
* voor recht verklaart dat Liander gerechtigd is om de aansluiting(en) op het verbruikadres ([adres] te [plaats]) te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden en dat gedaagden worden veroordeeld dat te gedogen;
* gedaagden veroordeelt tot ontruiming van het verbruiksadres, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimte(s) die betreden moet(en) worden om toegang tot de meter(s) en/of aansluiting(en) te verkrijgen en voor de duur van de voor de onderbreking van de aansluiting(en) noodzakelijke werkzaamheden, primair op grond van artikel 558 onder b Rv en subsidiair op grond van artikel 491 Rv;
* gedaagden beveelt aan Liander de meter(s) af te geven;
* gedaagden hoofdelijk veroordeelt om aan Liander tegen kwijting te betalen een bedrag van € 256,93 zijnde de kosten die verbonden zijn aan de afsluiting van de elektriciteitsaansluiting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van afsluiting van de aansluiting tot alles is betaald,
met veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding.
3.2.
Liander legt aan de vorderingen ten grondslag – kort weergegeven – dat gedaagden toerekenbaar tekort schieten door niet te voldoen aan hun verplichting om een leveringsovereenkomst voor het verbruiksadres te tekenen. Zij stelt dat gedaagden daarom gehouden zijn om mee te werken aan afsluiting aan de elektricteitsaansluiting.
3.3.
Dochters voert verweer tegen de vordering. Zij stelt voorop dat haar onderneming pas op 13 december 2021 is opgericht zodat zij niet eerder dan 18 november 2022 een brief heeft ontvangen van Flanderijn. Zij betwist dat er geen energiecontract is voor het verbruikadres en voert aan dat er in ieder geval vanaf 1 juni 2022 een energiecontract is, dus vanaf een moment ruim voor ontvangst van de brief van Flanderijn. Zij verklaart dat zij getracht heeft op 25 november 2022 telefonisch in contact te komen met Flanderijn, maar dat, nadat zij enige tijd in de wacht had gestaan, de verbinding werd verbroken omdat het kantoor ging sluiten. Bij haar antwoord legt zij kopieën over van de termijnfacturen van Vattenfall voor het verbruikadres over de periode juni 2022 t/m december 2022. Ook legt zij een uitdraai over van ‘mijnaansluiting.nl’ waaruit blijkt dat haar huurder Koophuis Makelaars op 16 december 2021 een aanvraag heeft gedaan voor een aansluiting van het pand welke aanvraag op 1 mei 2022 gereed is gemeld.
3.4.
In haar akte overlegging producties handhaaft Liander de inleidende exploten van 11 januari 2023 (dagvaardingen) en stelt dat het niet mogelijk was het exploot bestemd voor de gebruiker van het pand achter te laten omdat een brievenbus ontbrak, zodat zij ook een bekendmaking heeft doen plaatsen in het Parool, welke advertentiekosten zij eveneens vergoed wil hebben.
3.5.
In haar conclusie van repliek stelt Liander dat het verweer van Dochters geen stand houdt omdat uit de door Dochters overgelegde producties niet blijkt wat het leveringsadres is geweest en ook niet of het hier gaat om de levering van elektriciteit of gas of beiden. Verder voert Liander aan dat noch uit het handelsregister noch uit de gegevens op de website blijkt dat Koopmans Makelaars gebruiker is van dit pand. Liander wijst er op dat zij in 2019 al twee brieven heeft verstuurd naar het verbruikadres en dat het niet op haar weg lag om af te reizen naar [plaats] om te controleren of er sprake is van een energieovereenkomst.
3.6.
Bij haar conclusie van dupliek handhaaft Dochters haar verweer en legt zij onder meer foto’s over van het pand van 1 jaar geleden en van 8 jaar geleden van Streetview, waarop te zien is dat er een brievenbus in de muur is ingemetseld. Zij verklaart dat het dus wel mogelijk was de dagvaarding achter te laten. Verder wijst zij op de kop van de door haar bij haar antwoord overgelegde termijnfacturen waaruit blijkt dat het leveringsadres [adres] is. Tot slot legt zij aanvullende termijnfacturen over over de periode van januari 2023 tot en met april 2023 en een kopie van het energiecontract dat Koophuis Makelaars op 18 mei 2022 heeft afgesloten met Vattenfall.
3.7.
In haar akte uitlaten producties handhaaft Liander haar stellingen. Liander verklaart dat uit het door Dochters overgelegde energiecontract blijkt dat het gaat om zakelijke stroom, terwijl op dit adres vier energieaansluitingen te vinden zijn, waarbij twee aansluitingen zogenaamde ‘bijzondere objecten’ vertegenwoordigen die geen verblijfsobject vertegenwoordigen maar bijvoorbeeld een laadpaal voor elektrische voertuigen, terwijl de andere twee aansluitingen het aansluitadres zelf betreffen en zij wijst er op dat uit de overgelegde stukken niet blijkt of er daadwerkelijk sprake is van levering op de meter genoemd in de conclusie van repliek, te weten de elektriciteitsmeter met de EAN-code 871685900002913920.

4.De beoordeling

4.1.
Door Liander wordt gesteld dat er vanaf 13 mei 2019 geen energieleverancier meer bekend is voor het adres van het pand en dat gedaagden daarvoor aansprakelijk zijn.
4.2.
Ten aanzien van Dochters blijkt uit het overgelegde uittreksel uit het handelsregister echter dat deze onderneming pas op 13 december 2021 is opgericht, zodat zij in ieder geval niet aansprakelijk gehouden kan worden voor de omstandigheid dat er vanaf mei 2019 geen energieleverancier bekend was. Niet is gesteld of gebleken dat hierover voorafgaande aan de brief van Flanderijn van 18 november 2022 contact met Dochters heeft plaatsgevonden. Uit de door Dochters overgelegde stukken blijkt dat vanaf juni 2022 een energiecontract voor dit adres was afgesloten, zodat aan Dochters geen verwijt gemaakt kan worden. De vordering tegen Dochters wordt afgewezen.
4.3.
Verder heeft Liander haar vorderingen ingesteld tegen ‘zij die verblijven’. Koophuis is de huidige gebruiker van het pand. Dat Liander dit bij internetonderzoek niet heeft kunnen vaststellen acht de kantonrechter niet doorslaggevend. Koophuis Makelaars kan voor de periode van 13 mei 2019 tot aan het moment dat zij het pand in gebruik genomen heeft niet aansprakelijk worden gehouden voor het ontbreken van een energiecontract. Uit de stukken valt af te leiden dat Koophuis Makelaars het pand sinds medio 2022 feitelijk in gebruik heeft en vanaf dat moment ook een energiecontract heeft afgesloten. Liander heeft dit in twijfel getrokken maar die twijfel alleen gebaseerd op de omstandigheid dat haar uit intern onderzoek niet is gebleken dat Koophuis Makelaars de huidige gebruiker is van het pand. Dit acht de kantonrechter niet doorslaggevend. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat de vordering tegen ‘zij die verblijven’ eveneens moet worden afgewezen..
4.4. .
. Voor zover bij Liander voor dit adres geen energieleverancier bekend was ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding had het op haar weg gelegen om in het licht van het door Dochters gevoerde verweer nader onderzoek in te stellen naar de situatie. Dat zij dit niet, althans niet naar behoren, heeft gedaan, blijkt uit haar mededeling in haar laatste akte dat zich op het leveringsadres vier aansluitingen bevinden en dat niet duidelijk is voor welke aansluiting het contract door Koophuis is afgesloten. Nu Liander dit heeft nagelaten heeft zij onvoldoende onderbouwd dat er ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding voor dit verbruikadres door de gebruiker geen leveringsovereenkomst was afgesloten
4.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vorderingen van Liander zal afwijzen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van Liander, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Liander tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Dochters worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter