Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 5 december 2022;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 22 maart 2023.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben twee passagiers, vertegenwoordigd door Yource B.V., een verzoek ingediend tegen Air France wegens compensatie voor een vertraging van hun vlucht van Bangkok naar Parijs op 30 september 2022. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten en zijn na een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming aangekomen. De vervoerder, Air France, heeft geweigerd compensatie te betalen, stellende dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking door de Franse luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de vertraging daadwerkelijk het gevolg was van deze omstandigheden. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers recht hebben op compensatie van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vertraging. De vervoerder is ook veroordeeld tot betaling van proceskosten en nakosten. De kantonrechter heeft de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat de passagiers niet voldoende bewijs hebben geleverd van de gemaakte kosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open.